Leg al je boeken op tafel en ga rustig op je plaats zitten
Leg je huiswerk op de hoek van je tafel (opdracht 1, 2 en 3 op bladzijde 60)
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2
In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.
Onderdelen in deze les
Welkom!
10 minuten stil lezen uit je leesboek
Leg al je boeken op tafel en ga rustig op je plaats zitten
Leg je huiswerk op de hoek van je tafel (opdracht 1, 2 en 3 op bladzijde 60)
Slide 1 - Tekstslide
Verwijswoorden H3 les 1
Slide 2 - Tekstslide
Wat gaan we doen vandaag?
- Huiswerk bespreken
- Werken aan de opdracht
Aan het einde van de les weet je welke verwijswoorden er zijn en hoe je deze in een tekst kan gebruiken.
Slide 3 - Tekstslide
Huiswerk
Opdracht 1, 2 en 3 op bladzijde 60
Slide 4 - Tekstslide
Wat weet je al?
Maak opdracht 1 op bladzijde 46
Zelfstandig en stil, 5 minuten de tijd
timer
5:00
Slide 5 - Tekstslide
Theorie
Slide 6 - Tekstslide
Verwijswoorden
'Ik zal nooit slakken eten, van slakken gruwel ik. Of je slakken nu bakt met knoflook, of dat je slakken grilt, slakken hoef ik niet.'
Wat valt je op aan dit kleine stukje tekst? Wat kan anders?
Ik zal nooit slakken eten, daar gruwel ik van. Of je ze nu bakt met knoflook, of grilt, ik hoef ze niet.'
Een verwijswoord verwijst naar een ander woord, een andere woordgroep of een andere zin. Verwijswoorden kunnen voornaamwoorden, bijwoorden of synoniemen zijn.
Slide 7 - Tekstslide
Verwijswoorden
Voornaamwoorden:
Persoonlijk, bezittelijk, aanwijzend, vragend
Je verwijst naar de-woorden met die en deze en naar het-woorden met dit en en dat.
Je verwijst naar mannelijke de- en het-woorden met zijn en naar vrouwelijke woorden met haar.
Mijn zus is bezorgd dat iedereen haar mislukte kapsel meteen opmerkt.
De grijze poes die daar loopt, is van mijn buren.
Slide 8 - Tekstslide
Verwijswoorden
Bijwoorden:
Daar, daarvan, erover, hier, hoe, toen, waar, wanneer, zo
Wat vind je van mijn voorstel? Denk erover na.
Heb je haar idee gehoord voor de vergadering? Ik weet nog niet wat ik daarvan vind.
Synoniemen:
Verschillende woorden om hetzelfde te omschrijven
Koning Willem-Alexander bracht een bezoek aan het rampgebied. Het staatshoofd was zichtbaar aangedaan.
Slide 9 - Tekstslide
Werken aan de opdracht
Wat? Opdracht 2, 3 en 4 op bladzijde 47
Hoe? Zelfstandig en stil
Tijd? Tot het einde van de les, het is huiswerk voor 01/02/2024
Vragen? Steek je hand op en ik kom bij je langs
Klaar? Lees verder in je leesboek of maak ander huiswerk
timer
15:00
Slide 10 - Tekstslide
Huiswerk:
Voor volgende week donderdag (25/01/24) moet opdracht 1, 2 en 3 op bladzijde 60 af zijn.