Transversaal fractuur: het bot is recht doormiddengebroken.
Oblique fractuur: het bot is schuin gebroken.
Spiraal fractuur: de breuk heeft scherpe randen.
Comminutief fractuur: er zijn meer dan 2 botfragmenten aanwezig
in het bot. Deze zijn ongelijk gebroken.
Intra articulaire fractuur: de breuk bevind zich bij of loopt tot
aan het gewrichtsoppervlak. Hierdoor kunnen er later artrose
problemen ontstaan.
Avulsie fractuur: er is een klein stukje van het bot afgescheurd.
Greenstick/ twijg fractuur: het bot is wel gebroken maar het botvlies is nog intact. Deze breuk komt veel bij kinderen voor.
Torusfractuur: er komt zoveel druk op het bot dat het ingedrukt wordt.
Epifyse/ groeischijf fractuur: de groeischijf raakt beschadigd en kan de verdere groei belemmeren. Deze breuk komt alleen bij kinderen voor.