H7.4 - Les 4: Waterkwaliteit en waterkwantiteit

4 MAVO
Hoofdstuk 7
Water
Paragraaf 4
Waterkwaliteit & -kwantiteit
---

1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 31 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

4 MAVO
Hoofdstuk 7
Water
Paragraaf 4
Waterkwaliteit & -kwantiteit
---

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen deze les?
Herhaling: H7.3: Watergebruik en waterwinning

Kwaliteit & kwantiteit van water

Slide 2 - Tekstslide

Regels in de les
  • Er is maximaal één iemand aan het woord.
  • Je steekt altijd je vinger op als je iets wilt zeggen.
  • We gaan met respect met elkaar en elkaars spullen om.
  • Telefoons staan op stil en zitten in je tas of broekzak.
  • Zorg dat je al je spullen bij je hebt: Schrift, werkboek & lesboek.

Slide 3 - Tekstslide

LESDOELEN VORIGE LES
  1. Je kan 3 grote waterverbruikers in Nederland noemen.
  2. Je kan aangeven waar in de industrie proceswater en koelwater voor nodig heeft.
  3. Je kan uitleggen waarom grondwater van nature al vrij schoon is.
  4. Je kan uitleggen hoe drinkwaterwinning in de duinen werkt.
  5. Je kan uitleggen waarom de duinen geschikt zijn voor drinkwaterwinning.
  6. Je kunt de begrippen spaarbekken en zoetwaterzak uitleggen.

Slide 4 - Tekstslide

H7.3: Waterverbruik en waterwinning

Slide 5 - Tekstslide

"Hoog-" en "laag" Nederland

Slide 6 - Tekstslide

WATERWINNING

Slide 7 - Tekstslide

WATERWINNING

Slide 8 - Tekstslide

Je kunt de begrippen spaarbekken en zoetwaterzak uitleggen.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

LESDOELEN VANDAAG
  1. Je kan in je eigen woorden uitleggen wat de begrippen grijs water en brak water betekenen.
  2. Je kan uitleggen wat de verschillen zijn tussen organische- , chemische-, en thermische vervuiling.
  3. Je kan uitleggen hoe verdamping in kustgebieden van Nederland tot verzilting leidt.
  4. Je kan aangeven waarvoor Rijkswaterstaat verantwoordelijk is.
  5. Je kan de 4 taken noemen van waterschappen.
  6. Je kan uitleggen hoe verdamping tot verdroging leidt.

Slide 12 - Tekstslide

Mineraalwater uit de supermarkt: wat is het verschil met kraanwater?

Slide 13 - Tekstslide

Er worden 5 'soorten' water onderscheiden
H7.4: Waterkwaliteit en waterkwantiteit

Slide 14 - Tekstslide

Grijs water, zwart water, brak water, proceswater en koelwater.
GRIJS WATER
Licht vervuild water

ZWART WATER
Zitten veel schadelijke bacteriën in.

Slide 15 - Tekstslide

Grijs water, zwart water, brak water, proceswater en koelwater.
BRAK WATER
Mengsel van zoet en zout water, minder zout dan zeewater.

PROCESWATER
Water dat in landbouw, fabrieken en elektriciteitscentrales wordt gebruikt, maar niet verbruikt.

Slide 16 - Tekstslide

Grijs water, zwart water, brak water, proceswater en koelwater.

KOELWATER
Water dat gebruikt wordt om machines af te koelen.

Slide 17 - Tekstslide

Gebruik §7.3 en §7.4. Geef per zin het juiste soort water aan. Kies uit: Grijs water, zwart water, brak water, proceswater en koelwater. Gebruik alle opties één keer.
  1. Afvalwater van watergebruik in de keuken.
  2. Mengsel van zoet en zout water.
  3. Water waarmee groenten in een fabriek worden gewassen.
  4. Afvalwater van het toilet.
  5. Elektriciteitscentrales voeren dit warme water af naar rivieren.





Slide 18 - Tekstslide

ANTWOORDEN
  1. Grijs water
  2. Brak water
  3. Proceswater
  4. Zwart water
  5. Koelwater





Slide 19 - Tekstslide

afvalwater reiningen
  1. Organisch afvalwater
  2. Chemisch afvalwater
  3. Thermisch afvalwater 
  4. Landbouw
  5. Verzilting

Slide 20 - Tekstslide

WATERSCHAPPEN - Regionale overheid die zorgt voor veiligheid, bevaarbaarheid, kwaliteit en kwantiteit (peil).

Slide 21 - Tekstslide

Gebruik §7.4. Noteer A t/m D en geef telkens in maximaal 3 woorden aan welke taak van het waterschap wordt weergegeven. 
Kies uit:
Waterkwantiteit
Bevaarbaarheid Waterkwaliteit 
Veiligheid/waterkeringen

Slide 22 - Tekstslide

ANTWOORD
A – Waterkwaliteit
B – Waterkwantiteit
C – Waterkeringen / veiligheid
D – Bevaarbaarheid


Slide 23 - Tekstslide

VERZILTING IN NEDERLAND

Slide 24 - Tekstslide

Je kan uitleggen hoe verdamping in kustgebieden van Nederland tot verzilting leidt.

Slide 25 - Tekstslide

Gebruik §7.3, 7.4 en de kennis die je al hebt.
Noem:
  1. Een natuurlijke oorzaak voor verzilting in de zomer.
  2. Een menselijke oorzaak voor verzilting op lokale schaal.
  3. Een menselijke oorzaak voor verzilting op globale (wereldwijde) schaal.


Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Aan de slag!
  • Lees H7.4: Waterkwaliteit en waterkwantiteit
  • Maak opgave 1 t/m 6

Regels wanneer je aan het werk bent:
  • Je werkt alleen en in stilte.
  • Je steekt je vinger op als je iets wilt vragen.
  • GEEN TELEFOONS.

Slide 28 - Tekstslide

Gebruik §7.4. Noteer A t/m D en geef telkens in maximaal 3 woorden aan welke taak van het waterschap wordt weergegeven. 
Kies uit:
Waterkwantiteit
Bevaarbaarheid Waterkwaliteit 
Veiligheid/waterkeringen

Slide 29 - Tekstslide

ANTWOORD
A – Waterkwaliteit
B – Waterkwantiteit
C – Waterkeringen / veiligheid
D – Bevaarbaarheid


Slide 30 - Tekstslide

LESDOELEN VANDAAG
  1. Je kan in je eigen woorden uitleggen wat de begrippen grijs water en brak water betekenen.
  2. Je kan uitleggen hoe verdamping in kustgebieden van Nederland tot verzilting leidt.
  3. Je kan aangeven waarvoor Rijkswaterstaat verantwoordelijk is.
  4. Je kan de 4 taken noemen van waterschappen.
  5. Je kan uitleggen hoe verdamping tot verdroging leidt.

Slide 31 - Tekstslide