Oefenen met H3 landschappen

Oefenen met H3 landschappen
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Oefenen met H3 landschappen

Slide 1 - Tekstslide

Welke omschrijving hoort bij het begrip: condenseren
A
De luchtlaag om de aarde
B
Boomloze grasvlakte in een droog gebied
C
Water op het land brengen om gewassen te laten groeien
D
Het veranderen van waterdamp in vloeibaar water

Slide 2 - Quizvraag

Welke afbeelding hoort bij het begrip:
Steppe
A
B
C
D

Slide 3 - Quizvraag

Woestijn
Savanne
Steppe
Tropisch regenwoud

Slide 4 - Sleepvraag

Welke afbeelding hoort bij het begrip:
Savanne
A
B
C
D

Slide 5 - Quizvraag

Welke afbeelding hoort bij het begrip:
Woestijn
A
B
C
D

Slide 6 - Quizvraag

Een bundel zonnestralen verwarmt een kleiner oppervlak bij de ..........
A
Polen
B
Evenaar

Slide 7 - Quizvraag

Zet de luchtstreken op de goede plek
Gematigde zone
Pool streken
Tropen

Slide 8 - Sleepvraag

Welke omschrijving hoort bij het begrip: vegetatiezone
A
Natuurlandschap met dezelfde natuurlijk begroeiing
B
Boomloze grasvlakte in een droog gebied
C
Water op het land brengen om gewassen te laten groeien
D
Erg droog gebied waar bijna niets groeit

Slide 9 - Quizvraag

Welke begrip hoort bij: Grote grasvlakte in de tropen met hier en daar wat bomen.
A
Savanne
B
Steppe
C
Tropisch regenwoud
D
Woestijn

Slide 10 - Quizvraag

Welke begrip hoort bij: Boomloze grasvlakte in een droog gebied
A
Savanne
B
Steppe
C
Tropisch regenwoud
D
Woestijn

Slide 11 - Quizvraag

Welke begrip hoort bij: verschillende verdiepingen van begroeiing in het tropisch regenwoud
A
Dampkring
B
Tropen
C
Tropisch regenwoud
D
Woestijn

Slide 12 - Quizvraag

Welke begrip hoort bij: Het veranderen van vloeibaar water in waterdamp
A
Condenseren
B
Verdampen
C
Neerslag
D
Oase

Slide 13 - Quizvraag

Een oase is een
A
Grasvlakte
B
Waterplek in het tropisch regenwoud
C
Droge plekken in de tropen
D
Een plek in de woestijn waar water aanwezig is

Slide 14 - Quizvraag

Wat is de breedteligging?
A
De afstand tot de noordpool
B
De afstand tot de evenaar
C
De afstand tussen twee breedtepunten
D
De ligging ten opzichte van een breedtelijn

Slide 15 - Quizvraag

Weer en klimaat is hetzelfde
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Bekijk de klimaatgrafiek. Van welk klimaat zou dit een klimaatgrafiek kunnen zijn?
A
tropisch
B
woestijn
C
landklimaat
D
poolklimaat

Slide 17 - Quizvraag

De klimaatgrafiek hiernaast is van een...
A
landklimaat
B
zeeklimaat
C
woestijnklimaat
D
tropisch regenwoudklimaat

Slide 18 - Quizvraag

Wat zijn nomaden?
A
Nomaden zijn mensen die op een boerderij wonen
B
Nomaden zijn mensen die rondtrekken en niet op dezelfde plek wonen
C
Nomaden zijn mensen die in een dierentuin wonen
D
Nomaden zijn mensen die op een vaste plek wonen

Slide 19 - Quizvraag

Nederland heeft een gematigd klimaat, wat zou daarmee bedoeld worden?
A
Dat het zomers heel warm is en in de winter heel koud
B
Dat het zomers niet heel warm wordt en in de winter niet heel koud
C
Dat het heel veel regent

Slide 20 - Quizvraag