2.2 Organen van planten

Thema 2 Organen en cellen
2.2 Organen van planten

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 2 Organen en cellen
2.2 Organen van planten

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een orgaan?

Slide 2 - Woordweb

Wat is een orgaanstelsel?

Slide 3 - Woordweb

Even herhalen...


Een mens is een voorbeeld van een:

Een onderdeel van je lichaam met een bepaalde taak noem je een:

Je ademhalingsstelsel is een voorbeeld van een:
Orgaan
Organisme
Orgaanstelsel

Slide 4 - Sleepvraag

leerdoelen vandaag (2.2)
Aan het einde van de les:
- kun je de organen van planten herkennen en beschrijven
-je weet welke organen van een plant worden gegeten als groente 

Slide 5 - Tekstslide

2.2 Organen van planten
Een orgaan is een deel van een organisme met een eigen taak.

Ook planten hebben organen.
- kun je de organen van planten herkennen en beschrijven

Slide 6 - Tekstslide

2.2 Organen van planten
De organen van planten zijn:
- bloem
- blad
- stengel
- wortel
- kun je de organen van planten herkennen en beschrijven

Slide 7 - Tekstslide

- kun je de organen van planten herkennen en beschrijven

Slide 8 - Tekstslide

- bloem
- blad
- stengel
- wortel
- kun je de organen van planten herkennen en beschrijven

Slide 9 - Tekstslide

2.2 Organen van planten
De wortels van een plant hebben 3 taken:
- water met voedingsstoffen opnemen
- reservevoedsel opslaan
- de plant stevig vastzetten in de grond
- kun je de organen van planten herkennen en beschrijven

Slide 10 - Tekstslide

- kun je de organen van planten herkennen en beschrijven

Slide 11 - Tekstslide

- bloem
- blad
- stengel
- wortel
- kun je de organen van planten herkennen en beschrijven

Slide 12 - Tekstslide

stengels
De stengels zitten tussen de bladeren en de wortels.

Stengels hebben 2 taken:
- dragen de bladeren en bloemen
- vervoeren van water en voedingsstoffen


- kun je de organen van planten herkennen en beschrijven

Slide 13 - Tekstslide

2.2 Organen van planten
Door een stengel lopen lange, dunne buisjes. 
Deze buisjes heten vaten.

Vaak liggen de vaten in groepjes bij elkaar.
Een groepje vaten heten een vaatbundel.

De vaten lopen door de hele plant: van de wortels via de stengel naar de bladeren.

- kun je de organen van planten herkennen en beschrijven

Slide 14 - Tekstslide

- kun je de organen van planten herkennen en beschrijven

Slide 15 - Tekstslide

- bloem
- blad
- stengel
- wortel
- kun je de organen van planten herkennen en beschrijven

Slide 16 - Tekstslide

bladeren
De taak van bladeren is voedsel maken voor de plant (fotosynthese).

Voor fotosynthese is licht nodig.
- kun je de organen van planten herkennen en beschrijven

Slide 17 - Tekstslide

je weet welke organen van een plant worden gegeten als groente 

Slide 18 - Tekstslide

je weet welke organen van een plant worden gegeten als groente 

Slide 19 - Tekstslide


Bekijk de afbeelding.
welk orgaan eet je van deze plant?
je weet welke organen van een plant worden gegeten als groente 
je weet welke organen van een plant worden gegeten als groente 
A
Stengel
B
Bladeren
C
Wortel

Slide 20 - Quizvraag


Bekijk de afbeelding.
welk orgaan eet je van deze plant?
je weet welke organen van een plant worden gegeten als groente 
A
Stengel
B
Bladeren
C
Wortel

Slide 21 - Quizvraag


Bekijk de afbeelding.
welk orgaan eet je van deze plant?
je weet welke organen van een plant worden gegeten als groente 
A
Stengel
B
Bladeren
C
Wortel

Slide 22 - Quizvraag


Bekijk de afbeelding.
welk orgaan eet je van deze plant?
je weet welke organen van een plant worden gegeten als groente 
A
Stengel
B
Bladeren
C
Wortel

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Video

Organen van planten zijn:
A
hart - stengel - wortel
B
maag - hart - long
C
Celkern - bladgroenkorrel - celwand
D
stengel - wortel - blad

Slide 25 - Quizvraag

Sommige planten hebben witte bladeren in plaats van groene bladeren. Is in deze bladeren fotosynthese mogelijk?
A
Ja
B
Nee

Slide 26 - Quizvraag

Noem drie dingen die je deze les hebt geleerd

Slide 27 - Open vraag

Aan de slag 
Maken §2.2
Opdracht 1, 2, 4, 5, 7, 8, 9

Slide 28 - Tekstslide