T8 Mira

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
T8 MiraMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

T8 Mira

Slide 2 - Woordweb

Recept-controle
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
DKS
Huisarts
Geboorte-datum

Slide 3 - Sleepvraag

De eerste vier stappen:
1. Receptcontrole.
2. Geboortedatum patiënt.
3. Medewerkingsafkorting.
4. Huisarts.

Slide 4 - Tekstslide

5. Het geneesmiddel: Welke twee zijn goed?
A
AmoxT25 = Amoxicilline tablet 250 mg.
B
SalbA1 = Salbutamol inhalator 100 mcg/do.
C
PredT1 = Prednisolon capsule 10 mg.
D
ParaZ5 = Paracetamol Zetpil 500 mg.

Slide 5 - Quizvraag

5. Het geneesmiddel.
1. Eerste vier letters van het geneesmiddel.
2. Eerste letter van de toedieningsvorm.
3. Eerste cijfer van de sterkte.

Slide 6 - Tekstslide

6. BNG: Wat betekent dit?

Slide 7 - Open vraag

6. BNG.
Begeleidingsgesprek.
Bij eerste uitgifte.

Slide 8 - Tekstslide

7. Instellen etiket printen.
Vensters oppoppen.
Aanvinken etiket printen.
+ Evt. Formulier.

Slide 9 - Tekstslide

8. Interacties en Contra-indicaties: wat is het verschil?

Slide 10 - Open vraag

8. Interacties en Contra-indicaties.

In rechterrijtje of hij popt op in je scherm.
Overleg met apotheker (docent).
Op juiste manier afhandelen.

Slide 11 - Tekstslide

9. Hoeveelheid: Prescriptiebeleid bij een eerste uitgifte.
A
30 Dagen
B
14 Dagen
C
7 Dagen
D
60 Dagen

Slide 12 - Quizvraag

9. Hoeveelheid: Prescriptiebeleid.

Eerste uitgifte: 14 Dagen.
Tweede uitgifte: 30 Dagen.
Chronisch (na eerste uitgifte): 90 Dagen.

Slide 13 - Tekstslide

Stap 10
Stap 11
Dosering invullen.
Dosering controle.

Slide 14 - Sleepvraag

10 + 11: Dosering controle en dosering invullen.

1. Controleren dosering in doseringsschema.
2. Dosering in Mira invullen.

Slide 15 - Tekstslide

12: Overige interacties + Contra-indicaties.

1. Kijk wat er aan de hand is.
2. Overleg met de apotheker (docent).
3. Op juiste manier afhandelen.

Slide 16 - Tekstslide

13. Etiketten en Formulieren: Wat moet ik printen?
A
Etiketten.
B
Formulieren.
C
Beide.
D
Geen van beide.

Slide 17 - Quizvraag

13. Etiketten en formulieren.
Alles printen, plakken en meenemen bij het laten nakijken.

Slide 18 - Tekstslide

14. Recept opslaan.
Spreekt voor zich ;)

Slide 19 - Tekstslide

De recepten van T8.
Voordoen: 3C.
Zelf maken: 4C.

Slide 20 - Tekstslide