Paragraaf 2.1

Geschiedenis van de parlementaire democratie en de rechtsstaat in Nederland



2.1 In de tijd van Burgers en Stoommachines
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Geschiedenis van de parlementaire democratie en de rechtsstaat in Nederland



2.1 In de tijd van Burgers en Stoommachines

Slide 1 - Tekstslide

Einde Bataafse Republiek
  • 1813: De Franse troepen worden verdreven, Willem I uitgeroepen tot soeverein vorst.
  • 1814: nieuwe grondwet (constitutionele monarchie)
  • 1815: Verenigd Koninkrijk der Nederlanden met een herziening van de grondwet

Slide 2 - Tekstslide

Verenigd Koninkrijk der Nederlanden
(1815-1830)
  • Alle rechten en plichten van burgers en overheid worden vastgelegd in wetten
  • vrijheidsrechten wel opgenomen in de wet, maar beperkt
  • Nederland wordt een constitutionele monarchie en een eenheidsstaat
  • Willem I regeert als een autoritaire verlicht absolute vorst
  • De Staten-Generaal bestaat uit de Eerste en Tweede kamer 
  • De Eerste kamer wordt door de koning benoemd
  • De Tweede kamer gekozen via zeer beperkt kiesrecht
  • De koning regeert veel via Koninklijke besluiten
  • De koning is slechts een keer in de tien jaar financiële verantwoording verschuldigd
  • De koning benoemt en ontslaat ministers
  • De koning regeert alleen!

Slide 3 - Tekstslide

Nederland rond 1815
Koning Willem 
Grondwet------> constitutionele monarchie en eenheidsstaat
Parlement met als naam Staten-Generaal
Geen democratie/ Willem I verlicht absoluut vorst

Slide 4 - Tekstslide

Liberalisme in Nederland 
Thorbecke 
Koning heeft alle macht 
- Benoemt en ontslaat leden Eerste Kamer 
- Benoemt en ontslaat ministers 

Slide 5 - Tekstslide

Grondwet van 1848 
- Ministeriële verantwoordelijkheid 
- Koning is onschendbaar 
- Tweede Kamer wordt direct gekozen 
- Eerste Kamer wordt indirect gekozen 
- Provinciale Staten direct gekozen 
- Nieuwe grondrechten (onderwijs, mening en drukpers)

Slide 6 - Tekstslide

Tussen 1830 en 1848
  • 1830: Belgische opstand
  • Tegenstelling tussen conservatieven en liberalen (o.l.v. Thorbecke)
  • Grote staatsschulden (schatkist leeg)
  • Parlementaire controle is nodig
  • 1840: Koning Willem II volgt Willem I op

Slide 7 - Tekstslide

Naar een parlementair stelsel
1830: Afscheiding van België
Tegenstelling conservatieven vs liberalen
Willem II laat Thorbecke nieuwe grondwet opstellen
Politieke regels en burgerrechten 

Slide 8 - Tekstslide

Liberalen 
  • Oorsprong zit in de Verlichting  
  • Kerk en koning minder macht 
  • Volk meer macht 
  • Vrijheid moet in de grondwet

Slide 9 - Tekstslide

Grondwet 1848



Nieuw in deze grondwet 1848:
  • Ministeriele verantwoordelijkheid > de koning is onschendbaar, de ministers zijn verantwoordelijk
  • Recht van initiatief > Tweede Kamer mag wetten voorstellen
  • Recht van amendement > Tweede Kamer mag wetten aanpassen
  • Recht van enquête > Tweede Kamer mag onderzoek instellen
  • Liberale grondrechten 
  • Vrijheid van onderwijs
  • Strikte scheiding kerk en staat

Slide 10 - Tekstslide

Koning Willem III
  • Koning Willem III probeerde met hulp van conservatieven de hervormingen van Thorbecke ongedaan te maken 
  • Vanaf 1870 verdwijnen de conservatieven steeds meer uit de kamer
  • 1879: Abraham Kuyper richt de ARP op (eerste politieke partij van Nederland)
  • De confessionelen worden de belangrijkste tegenstanders van de liberalen (de Schoolstrijd als belangrijkste geschil)
  • 1890: Willem III sterft en Wilhelmina (eigenlijk Emma) volgt op
  • Einde eeuw opkomst socialisten (Domela Nieuwenhuis)
  • Breuk tussen radicale socialisten en gematigde sociaal-democraten (reformisten)
  • 1897: oprichting SDAP (reformisten)

Slide 11 - Tekstslide

Strijd om het kiesrecht
  • 1848: censuskiesrecht
  • Uitbreiding kiesrecht bemoeilijkt door de noodzaak van een officiële grondwetswijziging
  • 1887: Caoutchouc-artikel 
  • 1897: grote uitbreiding mannenkiesrecht
  • Pacificatie van 1917 (algemeen mannenkiesrecht en passief vrouwenkiesrecht)
  • 1919: algemeen kiesrecht

Slide 12 - Tekstslide