In alinea 4 (regels 51-52) wordt gesproken over opdienen van een
onderzoek door Wansink. Dit zou je als een woordspeling kunnen opvatten omdat opdienen aan de ene kant met het serveren van voedsel te maken heeft en aan de andere kant met het presenteren van een nieuw
onderwerp.
Citeer twee andere woordspelingen uit de tekst die met eten te maken hebben.