Thema 4 Voortplanting bas 9

Bas 9 Geboorteregeling Blz. 188
Andere manieren van geboorteregeling:
  • Nuvaring
  • Prikpil
  • Anticonceptiepleister
  • Vrouwencondoom
  • Spiraaltje (hormoon- en koperspiraaltje)
  • Sterilisatie
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Bas 9 Geboorteregeling Blz. 188
Andere manieren van geboorteregeling:
  • Nuvaring
  • Prikpil
  • Anticonceptiepleister
  • Vrouwencondoom
  • Spiraaltje (hormoon- en koperspiraaltje)
  • Sterilisatie

Slide 1 - Tekstslide

Noem 4 methoden van geboorteregeling die we tot nu toe behandeld hebben.

Slide 2 - Open vraag

Nuvaring
De ring geeft 2 hormonen af.
Het werkt hetzelfde als de pil, alleen bij de ring komen de hormonen via je vagina in je bloed.
De hormonen in de ring zorgen ervoor dat je niet zwanger wordt doordat:
  • je geen eisprong hebt
  • het slijm in je baarmoedermond dikker wordt; zaad (sperma) komt daar       dan minder goed doorheen 
  • een bevrucht eitje zich niet kan vastmaken in je baarmoeder

Slide 3 - Tekstslide

Je doet de ring zelf in je vagina. 
De ring kan 3 weken blijven zitten. Daarna draag je de ring 7 dagen niet. Je wordt dan ongesteld. 

Doordat de hoeveelheid hormonen net iets minder zijn dan de pil, zijn er ook minder/mildere bijwerkingen.

Slide 4 - Tekstslide

Prikpil
Bevat dezelfde hormonen als de pil, maar bij de prikpil wordt het elke 3 maanden door een arts toegedient. Hiertussen zit geen stopweek.

De hormonen hierin zorgen er dus ook voor dat er geen eisprong meer plaatsvindt. Een van de bijwerkingen hiervan, is dat de menstruatie afneemt en soms helemaal wegblijft. Hier heb je zelf geen invloed op en kan je dus ook je menstruatie niet plannen, wat bij de pil wel kan.

Slide 5 - Tekstslide

Prikpil
Wanneer je stopt met de prikpil, kan het soms wel 2 jaar duren voordat de menstruatie (en dus ook de ovulatie) weer terug komt. Je bent dus een tijdje onvruchtbaar.

Slide 6 - Tekstslide

Anticonceptiepleister
De pleisters geven een hele week geleidelijk hormonen af aan je lichaam. Door de hormonen:
  • Geven je eierstokken geen eicel meer af. 
  • Wordt het slijm van je baarmoedermond taaier. Hierdoor kunnen zaadcellen moeilijker de baarmoeder binnendringen.
Je gebruikt deze vorm van anticonceptie 3 weken, gevolgd door een stopweek van 7 dagen. Een anticonceptiepleister werkt 1 week. Iedere week van de cyclus vervang je de pleister op dezelfde dag. Je plakt dus 3 anticonceptiepleisters per cyclus.

Slide 7 - Tekstslide

Vrouwencondoom
De naam zegt het al: een vrouwencondoom is een condoom, maar dan voor de vrouw. Het vrouwencondoom ziet eruit als een zakje met twee buigzame ringen van rubber aan de uiteindes en wordt in de vagina geplaatst.
Het voorbehoedmiddel vangt sperma op en beschermt zo tegen zowel zwangerschap als soa’s. Bij juist gebruik is een vrouwencondoom voor 98% betrouwbaar.
Voordeel ten opzichte van het mannencondoom is dat deze al voor de geslachtsgemeenschap ingebracht kan worden. Deze is ook 1x te gebruiken.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

spiraaltje
Twee soorten: koper- en hormoonspiraaltje.

Wordt door een arts in de baarmoeder gebracht.

Een bijverschijnsel is dat de menstruaties in het begin wat heviger kunnen zijn en veel buikkrampen veroorzaken. 

Spiraaltjes zijn makkelijk in gebruik, omdat er niks aan vergeten kan worden.

Slide 10 - Tekstslide

Koperspiraaltje
Omwikkeld met koperdraad. DIt zorgt ervoor dat zaadcellen worden aangetast en innesteling van eicellen moeilijk is.  Kan lang blijven zitten, 10 jaar is geen uitzondering.

Werkt ook als ‘morning after spiraal’ wanneer het geplaatst wordt binnen 5 dagen na onveilig vrijen. Zo kan een eventueel bevruchte eicel zich niet innestelen in de baarmoederwand. 

Slide 11 - Tekstslide

Hormoonspiraaltje
Een hormoonspiraaltje is van kunststof en geeft dagelijks een kleine hoeveelheid  hormoon af.
  • Zaadcellen komen moeilijker door slijm van de baarmoedermond 
  • een bevruchte eicel kan zich niet nestelen in het baarmoederslijmvlies. 

Het belangrijkste voordeel van het hormoonspiraaltje is dat je jarenlang niet aan anticonceptie hoeft te denken. Een spiraaltje met hormonen beschermt je 5 jaar tegen zwangerschap.
Ook worden menstruatieklaschten minder en neemt het bloedverlies af.

Slide 12 - Tekstslide

Sterilisatie





Sterilisatie is een definitieve vorm van anticonceptie die doorgaans alleen wordt toegepast als je geen kinderen (meer) wilt. Na het steriliseren ben je dus blijvend onvruchtbaar. 

Slide 13 - Tekstslide

De man
Bij sterilisatie van de man worden de zaadleiders onderbroken zodat er geen zaadcellen meer in de prostaat terechtkomen. Nadat je gesteriliseerd bent produceren de teelballen nog steeds zaadcellen. Deze cellen kunnen zich echter niet mengen in het sperma en worden door het lichaam afgebroken.

Slide 14 - Tekstslide

De vrouw
Bij sterilisatie van de vrouw worden de eileiders afgesloten, zodat de zaadcellen van de man de eicel in de eileider niet meer kunnen bereiken en bevruchten.
Een gesteriliseerde vrouw houdt haar eigen menstruatiecyclus. Ook heeft steriliseren geen invloed op:
  • de hormoonhuishouding
  • seksuele gevoelens 
  • overgang

Slide 15 - Tekstslide

Spijt??
Steriliseren is vorm van anticonceptie die in principe blijvend is. Maar als gevolg van veranderende levensomstandigheden krijgen sommige mensen spijt. 
- Bij mannen kan er geprobeerd worden om de zaadleiders te herstellen. De kans van slagen is afhankelijk van een aantal factoren. Alleen een arts kan bepalen of het ongedaan maken van steriliseren in een specifiek geval uitgevoerd kan worden. 
- De vruchtbaarheid van een gesteriliseerde vrouw kan in sommige gevallen terugkomen met een hersteloperatie. Hierbij word geprobeerd de eileiders te herstellen. De kans op zwangerschap na zo’n hersteloperatie is 40 tot 85%.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Welk voorbehoedsmiddel kan ook nog tot 5 dagen na onveilige seks ingezet worden (als morning after)?
A
Hormoonspiraal
B
Koperspiraal
C
Anticonceptiepleister
D
NuvaRing

Slide 18 - Quizvraag

Vindt er bij een vrouw die gesteriliseerd is nog een ovulatie plaats? En een menstruatie?
A
Ovulatie wel, menstruatie niet
B
Ovulatie niet, menstruatie wel
C
Beide niet
D
Beide wel

Slide 19 - Quizvraag

Hoeveel anticonceptiepleisters zijn er per cyclus nodig?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 20 - Quizvraag

Opdracht
Maak opdracht 39 in je werkboek op blz. 167.

In de volgende dia staat een link naar een site over verschillende anticonceptiemiddelen. Kijk hier eens naar (deze kun je volgende week goed gebruiken en het geeft een goed overzicht).

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Link