B1 Het zenuwstelsel

Thema 10: Regeling
Basisstof 1 het zenuwstelsel
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Thema 10: Regeling
Basisstof 1 het zenuwstelsel

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Je kan de delen en de functies van het zenuwstelsel noemen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesverloop
  1. Terugkoppelingsvragen
  2. Uitleg
  3. Kennisvragen
  4. Zelfstandig werken 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke 5 zintuigen zijn er?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Kennisvragen

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Aantekening
Het zenuwstelsel bestaat uit het ............... en uit...............
Het centralezenuwstelsel bestaat uit:
  • .
  • .
  • .
  • .
timer
5:00

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het zenuwstelsel bestaat uit:
1. Centrale zenuwstelsel
  • Grote hersenen
  • Kleine hersenen
  • Hersenstam
  • ruggenmerg

2. Zenuwen

Slide 8 - Tekstslide

Vul voor jezelf aan
Substraat: is wat wordt omgezet/verwerkt in een enzym
Active centrum: waar substraat bind met enzym
reactieproduct: wat uit de reactie komt
Onderdelen van de hersenen
Grote Hersenen:
-bewustzijn, zintuigelijke waarneming en bewuste beweging.
 
Kleine hersenen: 
-Coördinatie en timing van beweging.
 
Hersenstam:
 -regelen van verbinding tussen grote hersenen en ruggenmerg, regelen van inwendige functies.
 
Ruggenmerg
 -Verbinding tussen hersenen en rest van het lichaam, speelt een rol bij reflexen.

Zenuwen
 - Vervoeren impulsen van/naar het rugenmerg

Slide 9 - Tekstslide

Vul voor jezelf aan
Substraat: is wat wordt omgezet/verwerkt in een enzym
Active centrum: waar substraat bind met enzym
reactieproduct: wat uit de reactie komt

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

De werking van het zenuwstelsel
  1. Noem een voorbeeld van een prikkel.
  2. Wat is een impuls?
  3. Welke onderdelen van je zenuwstelsel kunnen impulsen maken?
  4. Noem een voorbeeld van een inwendige prikkel.
timer
15:00

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eigenschappen prikkels
  • Zijn signalen van binnen of buiten
  • Worden door zintuigen van het lichaam waargenomen
  • Prikkels vormen de basis voor het gedrag wat jij laat zien
  • Prikkel die je bij het gedrag hoort noem je een adequate prikkel 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitwendige prikkels

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inwendige prikkels

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inwendige prikkels
Hormonen

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welke stelsels zijn er zoal?

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke stelsels zijn er zoal?

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke stelsels zijn er zoal?

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Prikkel vs Impuls
  • Zintuigcellen zijn de receptoren
  • Prikkels zijn signalen uit de omgeving
  • Impulsen zijn de signalen die je lichaam gebruikt om informatie door te geven
  • Drempelwaarde: wanneer een prikkel sterk genoeg is dat de prikkel door de zintuigen word omgezet in een impuls

Slide 20 - Tekstslide

Vul voor jezelf aan
Substraat: is wat wordt omgezet/verwerkt in een enzym
Active centrum: waar substraat bind met enzym
reactieproduct: wat uit de reactie komt

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Prikkel vs Impuls
  • Drempelwaarde: wanneer een prikkel sterk genoeg is dat de prikkel door de zintuigen word omgezet in een impuls

Slide 22 - Tekstslide

Vul voor jezelf aan
Substraat: is wat wordt omgezet/verwerkt in een enzym
Active centrum: waar substraat bind met enzym
reactieproduct: wat uit de reactie komt
De weg van een impuls
Pas bij overschrijding van de drempelwaarde wordt een prikkel een impuls.
Deze impuls gaat dus naar de grote hersenen, om verwerkt te worden.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kennisvragen

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarmee communiceert het zenuwstelsel?
A
via de bloedbaan
B
via de lymfevaten
C
met een elektrisch stroompje
D
met vluchtige hormonen

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zenuwstelsel
Hersenen
Ruggenmerg
Centrale zenuwstelsel
Zenuwstelsel
Perifere zenuwstelsel

Slide 26 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke stelling over een zintuigcel klopt niet?
A
Een zintuigcel vangt een prikkel uit de omgeving op
B
Een zintuigcel geeft het signaal door aan een gevoelszenuwcel
C
een zintuigcel ontvangt een impuls
D
Een zintuigcel maakt een impuls aan

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zenuwstelsel
Centraal zenuwstelsel
Perifeer zenuwstelsel
Autonoom zenuwstelsel
Somatisch zenuwstelsel
Sympathisch zenuwstelsel
Parasympathisch zenuwstelsel

Slide 28 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk onderdeel van de hersenen stemt de bewegingen op elkaar af?
A
Grote hersenen
B
Kleine hersenen
C
Hersenstam
D
Ruggenmerg

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk onderdeel van de hersenen is betrokken bij alle bewuste functies?
A
Grote hersenen
B
Kleine hersenen
C
Hersenstam
D
Ruggenmerg

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke onderdelen horen bij:
Centrale zenuwstelsel
Zenuwstelsel
zenuwen
Hersenen
Hersenen
ruggenmerg
Ruggenmerg

Slide 31 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat doen de kleine hersenen?
A
Zorgen ervoor dat je spieren werken en je in evenwicht blijft
B
Zorgen ervoor dat je dingen in je omgeving waarneemt, zoals licht
C
Sturen bliksemsnelle reacties naar je lijf (reflex)
D
Verdelen de impulsen die binnenkomen vanuit je romp en ledematen naar de rest van je hersenen

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In de grote hersenen
A
worden prikkels vanaf je zintuigen verwerkt
B
worden impulsen vanaf je zintuigen verwerkt
C
worden bewegingen op elkaar afgestemd
D
worden prikkels in impulsen omgezet

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de functie van de hersenstam?
A
Coördinatie van impulsen naar de spieren.
B
Regeling van levensprocessen.
C
Opslaan van informatie: geheugen.
D
Het zorgt er alleen voor dat de grote & kleine hersenen verbonden zijn met het ruggenmerg.

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig werken
Thema regeling 
- Opdrachten maken
- Basisstof 1 

Klaar?
- Test jezelf
- Blooket spelen
Zelfstandig werken in stilte
Zelfstandig werken en fluisteren
Zelfstandig werken en overleggen

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies