1.7 Autoriteit, emotie & logica

Agenda periode 2
14 t/m 18 nov
21 t/m 25 nov
28 t/m 1 dec
6 t/m 10 dec
13 t/m 17 dec
20 t/m 24 dec
Kerstvakantie
Kerstvakantie
10 t/m 14 jan
17 t/m 21 jan
24 t/m 28 jan
31 t/m 3 feb

Kennismaking + uitleg vak 
Werkwoordspelling
Moeilijke ww & 1 minuut praten
Tekstsoorten en doelen
Samenhang deel 1 (Signaalwoorden)
Kerstlunch
Kerstvakantie
Kerstvakantie
Hen/hun/zij, als ik/mij, lange woorden aan elkaar
Feit & mening
Autoriteit, emotie & logica
Verdiepingsweek
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1,2

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Agenda periode 2
14 t/m 18 nov
21 t/m 25 nov
28 t/m 1 dec
6 t/m 10 dec
13 t/m 17 dec
20 t/m 24 dec
Kerstvakantie
Kerstvakantie
10 t/m 14 jan
17 t/m 21 jan
24 t/m 28 jan
31 t/m 3 feb

Kennismaking + uitleg vak 
Werkwoordspelling
Moeilijke ww & 1 minuut praten
Tekstsoorten en doelen
Samenhang deel 1 (Signaalwoorden)
Kerstlunch
Kerstvakantie
Kerstvakantie
Hen/hun/zij, als ik/mij, lange woorden aan elkaar
Feit & mening
Autoriteit, emotie & logica
Verdiepingsweek

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

... hebben ons werk af.
A
Wij
B
Ons

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

... hebben hun werk af.
A
Zij
B
Hun

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dit is ... auto die ... vorig jaar kochten.
A
Hen, hun
B
hun, hen
C
hun, zij
D
onze, wij

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is goed geschreven?
A
Aandeelhoudersovereenkomst
B
aandeel houders overeenkomst
C
aandeelhouders overeenkomst

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen vorige week
Aan het einde van de les: 

1. Kan je een feit van een mening onderscheiden.
2. Weet je hoe je een feit kan gebruiken om jouw mening te onderbouwen.
3. Vind je een klasgenoot net iets liever dan voor de klas.   

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gedachte achter tekst

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het einde van de les:
  1. Kan je de drie gronden van een argument benoemen.
  2. Kan je in eigen woorden uitleggen waarom het belangrijk is op verschillende manieren iemand te overtuigen. 
  3. Kan je gegeven argumenten plaatsen in de drie categorieën: autoriteit, emotie & logica.  
  4. Heb je over een nog onbekende stelling een argument bedacht op één van deze drie gronden. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De bouwstenen van elk argument

Autoriteit          Omdat iets of iemand het zegt.
Emotie               Wat zou het zielig zijn als:
Logica                Als dit, dan dat. 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Autoriteit
Persoon: Ik ben docent Nederlands, dus ik mag hopen dat ik weet hoe het kofschip werkt. 

Bron: Uit onderzoek bleek dat roken ongezond is. 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Emotie: Goed of slecht? 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Logica: "Meer dan 98 procent van de mensen die corona heeft gehad, had vrijwel geen klachten."

Slide 12 - Tekstslide

Het hoeft dus niet te kloppen. 
Het herkenspel

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Alleen mannen kunnen baarden hebben. Roger heeft een baard, dus hij is een man.
A
Autoriteit
B
Emotie
C
Logica

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De stille meerderheid is het met mij eens dat...
A
Autoriteit
B
Emotie
C
Logica

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Overgewicht onder kinderen komt steeds vaker voor. Als we er niets aan doen, wordt het alleen maar erger.
A
Autoriteit
B
Emotie
C
Logica

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik heb 10 mensen geïnterviewd en ze waren allemaal rechtshandig, dus alle mensen zullen wel rechtshandig zijn.
A
Autoriteit
B
Emotie
C
Logica

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Meneer, kunt u ons wat eerder naar huis laten gaan? Want we hebben een hele lange dag gehad en we zijn echt moe.
A
Autoriteit
B
Emotie
C
Logica

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Meneer, kunt u ons wat eerder naar huis laten gaan? Want we hebben een hele lange dag gehad en we zijn zo moe dat we moeilijk nog wat nieuws kunnen leren. De les zal dus weinig zin hebben.
A
Autoriteit
B
Emotie
C
Logica

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beyonce die Pepsi drinkt
A
Autoriteit
B
Emotie
C
Logica

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wij van WC-eend, adviseren WC-eend.
A
Autoriteit
B
Emotie
C
Logica

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

1

Slide 24 - Video

Deze slide heeft geen instructies

00:59
Waar leunt deze reclame het meeste op?
A
Autoriteit
B
Emotie
C
Logica

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

1

Slide 26 - Video

Deze slide heeft geen instructies

01:00
Waar leunt dit filmpje het meeste op?
A
Autoriteit
B
Emotie
C
Logica

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

1

Slide 28 - Video

Deze slide heeft geen instructies

03:06
Waar leunde deze trailer het meeste op?
Autoriteit
Emotie
Logica

Slide 29 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Wat-zou-je-zeggen-als-spel?
Uitleg met ei & rad

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Probleemgevallen

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Stellingen voor studenten om uit te kiezen (ze mogen zelf details toevoegen)
Randomizer die ethos, pathos, logos aangeeft. Waardoor studenten niet zelf mogen kiezen, maar wel moeten oefenen met de 3 soorten argumenten. 

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

VP/VIG
Patiënt wil dat je nu gaat wassen.
Patiënt wil niet gewassen worden.
Moet eten, maar houdt de mond stijf op elkaar.
Patiënt gelooft niet ziek te zijn.
Familie is een bemoeial en wil informatie.
Patiënt scheldt je uit.
Je wordt gediscrimineerd.
Er is onvoldoende werkbegeleiding.
Je bent ineens verantwoordelijk voor 20 patiënten.
Als jouw begeleider onwettige dingen doet en zegt: "Nee joh, zo doen we het hier al jaren."
Het gaat de hele tijd goed en ineens krijg je een onvoldoende.
Je hebt vrij gevraagd en je wordt toch ingeroosterd.
Student krijgt geen studietijd tijdens stage.
"Joh, geef die pillen ff."
Iemand zit aan je pillen of probeert je te zoenen. 

Slide 33 - Tekstslide

Patiënt wil dat je nu gaat wassen.
Patiënt wil niet gewassen worden. 
Moet eten, maar houdt de mond stijf op elkaar. 
Patiënt gelooft niet ziek te zijn.
Familie is een bemoeial en wil informatie.
Patiënt scheldt je uit.
Je wordt gediscrimineerd.
Er is onvoldoende werkbegeleiding.
Je bent ineens verantwoordelijk voor 20 patiënten.
Als jouw begeleider onwettige dingen doet en zegt: "Nee joh, zo doen we het hier al jaren."
Het gaat de hele tijd goed en ineens krijg je een onvoldoende.
Je hebt vrij gevraagd en je wordt toch ingeroosterd.
Student krijgt geen studietijd tijdens stage.
"Joh, geef die pillen ff."

PGM & OA

Moeder wil dat je NU iets voor haar kind doet. 
Een kind wil zijn broodje niet opeten/slapen. 
Een familielid is een bemoeial en wil vraagt continu wat er in de groep gebeurt.
Een kind scheldt je uit.
Je wordt gediscrimineerd.
Je krijgt onvoldoende werkbegeleiding.
Een collega zegt: "Hey, ik moet er even vandoor, let jij ff op die 60 kinderen?" En hij wil net weglopen. 

Als jouw begeleider een kind twee uur in een kast zet doet en zegt: "Nee joh, zo doen we het hier al jaren."
 
Je krijgt de hele tijd te horen dat het goed gaat en ineens krijg je een onvoldoende op stage.  
Je hebt net op tijd vrij gevraagd voor stage en je wordt toch ingeroosterd.

Je krijgt geen minuut studietijd tijdens stage.
Een collega kijkt je verleidend aan en vraagt of je nog plannen hebt voor vanavond, maar jij hebt daar geen zin in. 

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies