Hs5 les 1

5.1 Wat heb je nodig?


Mevrouw Hollestelle
khl@lodewijkcollege.nl
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

5.1 Wat heb je nodig?


Mevrouw Hollestelle
khl@lodewijkcollege.nl

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag:
- We gaan kijken naar wat een balans is;
- Wat een vaste activa is;
- Wat een vlottende activa is;
- Wat liquide activa zijn.

Slide 2 - Tekstslide

Wat kan je aan het einde van deze les?
- Je kan aangeven wat de functie van een balans is;
- Je kan voorbeelden geven van vlottende- en vaste activa;
- Je kan voorbeelden geven van liquide middelen;
- Je kan de debetzijde van de balans opstellen.

Slide 3 - Tekstslide

Wat heeft een bedrijf nodig?
Overleg dit met je buurman/buurvrouw.

Schrijf dit op het blad wat ik jullie heb uitgedeeld.

Slide 4 - Tekstslide

Wat heeft een bedrijf nodig?

Slide 5 - Open vraag

Bezittingen en schulden
De bezittingen noemen we activa 
en 
schulden noemen we passiva.

Deze worden overzichtelijk weergegeven in een balans. 

Een balans moet altijd in evenwicht zijn. Een balans geeft weer wat heb ik gekocht (activa) van welk geld (passiva)

Slide 6 - Tekstslide

Bezittingen (activa)
Bezittingen kunnen we onderverdelen in vaste- en vlottende activa

Vaste activa blijft langer dan 1 jaar in een bedrijf
Vlottende activa blijft korter dan 1 jaar in een bedrijf

Slide 7 - Tekstslide

Vaste activa >1 jaar
Voorbeelden van vaste activa zijn:
Bedrijfsgebouw, bedrijfsauto en machines.

Heb jij een voorbeeld van een vaste activa?

Slide 8 - Tekstslide

Noem een voorbeeld van een vaste activa >1 jaar.
Gebruik hiervoor jullie blad.

Slide 9 - Open vraag

Vlottende activa < 1 jaar
Voorbeelden van vlottende activa zijn:
Voorraad goederen = voorraad van de producten die je verkoopt
Debiteuren = het bedrag dat je nog moet krijgen van je klanten
Bank = saldo op je bankrekening
Heb jij een voorbeeld van een vlottende activa?

Slide 10 - Tekstslide

Noem een voorbeeld van een vlottende activa.
Gebruik hiervoor jullie blad.

Slide 11 - Open vraag

Voorraad goederen
De voorraadgoederen worden tegen inkoopprijs  op de balans gezet. Want je voorraad is een bezitting en bezittingen zetten we altijd op de balans voor het bedrag wat we ervoor hebben betaald. De uiteindelijke verkoopprijs worden hierin niet meegenomen.

Slide 12 - Tekstslide

Liquide activa
Liquide middelen is het geld dat je hebt dus het saldo op je lopende rekening en het contante geld.

Dus het girale en chartale geld vormen samen de liquide middelen

Slide 13 - Tekstslide

In stilte zelfstandig aan het werk
Op pagina 128 en 129 "5.1 Wat heb je nodig?"
Je krijgt hiervoor 15 minuten.
Klaswerk opgave: 1 - 2 - 3 - 4 maken
Ben je klaar? Dan mag je opgave 6 - 7 - 8 maken
Het stoplicht: Rood = Stilte en geen vragen stellen aan docent
Oranje = In stilte werken je mag vragen stellen aan de docent Groen = jullie mogen overleggen


Slide 14 - Tekstslide

Wat hebben we geleerd vandaag?

Slide 15 - Woordweb

Wat is een balans?
A
een overzicht van de bezittingen en schulden
B
Een overzicht van de vaste- en vlottende activa
C
een overzicht van de liquide middelen
D
een overzicht van de schulden

Slide 16 - Quizvraag

Welke van de onderstaande opties is een vaste activa?
A
Banksaldo
B
Debiteuren
C
Bedrifjsgebouwen
D
Kas

Slide 17 - Quizvraag

Welke van de onderstaande opties is een vlottende activa?
A
Bedrijfsgebouw
B
Bedrijfsauto's
C
Inventaris
D
Kasgeld

Slide 18 - Quizvraag

Hoe lang blijft vlottende activa binnen de organisatie?
A
>1 jaar
B
<1 jaar

Slide 19 - Quizvraag

Hoelang blijft vaste activa binnen de organisatie?
A
>1 jaar
B
<1 jaar

Slide 20 - Quizvraag

Huiswerk voor de volgende les
Maken tot en met opgave 10.

Slide 21 - Tekstslide