Examen Nederlands

Nog 2 onderdelen
* Toetsweek in maart mondeling over 9 boeken en een dichtbundel --> 30%
* In mei centraal eindexamen leesvaardigheid



1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Nog 2 onderdelen
* Toetsweek in maart mondeling over 9 boeken en een dichtbundel --> 30%
* In mei centraal eindexamen leesvaardigheid



Slide 1 - Tekstslide

woensdag 19 mei 2021 13:30-16:30

Slide 2 - Tekstslide

week 4
week 5
week 6
week 7 vakantie
week 8
week 9
week 10
week 11 start toetsweek woe
week 12 toetsweek
week 13
week 14
week 15
week 16
week 17
week 18 + 19 meivakantie
week 20 (17 t/m 31 mei CE)
Uitslag donderdag 10 juni
Tijdvak 2: 14 t/m 25 juni (uitslag vrijdag 2 juli)

Slide 3 - Tekstslide

Berekening cijfers
SE 50% en CE 50% gedeeld door 2 = eindcijfer
Maar;
1. Gemiddelde van je ce moet 5,5 of hoger zijn
2. maximaal 1 x 5 als eindcijfer in de kernvakken (ne, en, wi)

Slide 4 - Tekstslide

De examenstof; leesvaardigheid
Analyseren en interpreteren 
1. De kandidaat kan:
– vaststellen tot welke tekstsoort een tekst of tekstgedeelte behoort;
– de hoofdgedachte van een tekst(gedeelte) aangeven;
– relaties tussen delen van een tekst aangeven;
– conclusies trekken met betrekking tot intenties, opvattingen en gevoelens van de auteur;
– standpunten en soorten argumenten herkennen en onderscheiden;
– argumentatieschema’s herkennen.

Slide 5 - Tekstslide

Beoordelen
2. De kandidaat kan een betogende tekst of betogend tekstgedeelte op aanvaardbaarheid beoordelen en
 in deze tekst drogredenen herkennen.
Samenvatten
3. De kandidaat kan teksten en tekstgedeelten beknopt samenvatten.

Slide 6 - Tekstslide

Hoe gaan we dat doen?

1. Theorie doornemen uit de examenbundel
2. Veel oefenen (oude examens maken)

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Video

Aan de slag
Examenbundel Theorie 1 
* Betekenis, hoofdgedachte en hoofdvraag, de verdeling van de tekst in stukken en lezen in 3 rondes.
Lees blz.  29 t/m 40 goed door en onderstreep of arceer de voor jou belangrijke zaken.
Maak Oefening 1.1 op blz. 29-30

Slide 10 - Tekstslide