Goede zinnen schrijven!

Ga rustig zitten. Je hebt alleen een pen nodig.
Ga rustig zitten en begin met het maken van de oefening.
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Ga rustig zitten. Je hebt alleen een pen nodig.
Ga rustig zitten en begin met het maken van de oefening.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je goede zinnen schrijven.
timer
2:00

Slide 2 - Tekstslide

Benadruk het belang van het kunnen schrijven van goede zinnen en leg uit wat er onder 'goede zinnen' verstaan wordt.
Wat weet je al over het schrijven van goede zinnen?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn goede zinnen?
pv + ow
hoofdletters, punten en komma’s
korte zinnen
actief 
niet teveel Engels/lastige woorden

timer
5:00

Slide 4 - Tekstslide

Geef voorbeelden van goede en slechte zinnen en laat leerlingen deze vergelijken.
Hoe verbeter je zinnen?
Je kunt zinnen verbeteren door:
- pv en ow
- pv en ow
- actieve werkwoorden 

Slide 5 - Tekstslide

Leg uit hoe leerlingen hun zinnen kunnen verbeteren en geef voorbeelden.
Vergelijk met je blaadje opdracht 1

Slide 6 - Tekstslide

Laat leerlingen verschillende zinnen schrijven met variatie in zinslengte.
Actieve zinnen
Passief: De postbode werd gebeten door de hond.
OF
Actief: De hond beet de postbode. 

Slide 7 - Tekstslide

Laat leerlingen actieve en passieve zinnen omzetten in de andere vorm.
Actieve en passieve werkwoorden
Passief: onderwerp overkomt iets
Actief: onderwerp doet iets


Slide 8 - Tekstslide

Leg het verschil tussen actieve en passieve werkwoorden uit en geef voorbeelden.
Aantekeningen
Een goede zin....

 - heeft een pv en ow
- heeft leestekens en hoofdletters
- is niet langer dan 10 woorden 
- is actief
- heeft geen Engelse of lastige woorden
timer
2:00

Slide 9 - Tekstslide

Herhaal de belangrijkste punten van de les en laat leerlingen vragen stellen.
Oefening
wat: maak oefening 2 op je blaadje
hoe: je mag zachtjes overleggen met je buur
hulp: aantekeningen
tijd: 15 minuten
uitkomst: tekst is nu leesbaar
klaar: maak je wachtwerk

timer
15:00

Slide 10 - Tekstslide

Laat leerlingen in groepjes hun zinnen bespreken en geef feedback.
Lezen (donderdag so)
timer
10:00

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
timer
3:00

Slide 12 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
timer
1:00

Slide 13 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
timer
2:00

Slide 14 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.