Le possessif
1 / 26
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Wat is een bezittelijk voornaamwoord?
A
ik, jij, hij, zij, etc.
B
in, op, achter, voor, etc.
C
mooi, nieuw, groot, oud, nieuw etc.
D
mijn, jouw, haar, zijn, etc.
Slide 3 - Quizvraag
Wat zijn voorbeelden van bezittelijk voornaamwoorden in het Frans?
A
le/ la/ l'/ les
B
un/ une
C
suis/ es/ est
D
mon/ ma/ mes
Slide 4 - Quizvraag
0
Slide 5 - Video
Hoe vertaal je 'mijn ouders' denk je in het Frans?
A
mon parents
B
ma parents
C
mes parents
Slide 6 - Quizvraag
In het Frans wordt de vorm van het bezittelijk voornaamwoord bepaald door:
A
Het onderwerp
B
Het zelfstandig naamwoord
Slide 7 - Quizvraag
Kies het juiste Franse BEZITTELIJK voornaamwoord in:
C'est (mijn) maison (v).
C'est (mijn) maison (v).
A
mon
B
ma
C
mes
Slide 8 - Quizvraag
In het Frans zegt een bezittelijk voornaamwoord iets over...
A
het bezit van iemand
B
het werkwoord
C
het zelfstandig naamwoord
D
het lidwoord
Slide 9 - Quizvraag
Hoeveel vertalingen zijn er dus voor het woord 'mijn' in het Frans?
(alleen getal opgeven)
(alleen getal opgeven)
Slide 10 - Open vraag
Welke vertalingen zijn er dus voor het woord 'mijn' in het Frans?
(schrijf ze onder elkaar)
(schrijf ze onder elkaar)
Slide 11 - Open vraag
Jij = Tu.
Hoe vertaal je 'jouw' in het Frans denk je?
Hoe vertaal je 'jouw' in het Frans denk je?
A
son, sa, ses
B
ton, ta, tes
C
moi, ma, mes
D
tu,te, toi
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Vul het juiste Franse BEZITTELIJK voornaamwoord in:
... mère s'appelle Julie.
... mère s'appelle Julie.
A
son
B
sa
C
ses
D
son
Slide 15 - Quizvraag
Vul het juiste bezittelijke voornaamwoord in ?
Où est ........... (zijn) copine (m)?
Où est ........... (zijn) copine (m)?
A
leur
B
ses
C
son
D
sa
Slide 16 - Quizvraag
Vul het juiste Franse BEZITTELIJK voornaamwoord in:
Voici Julien, c'est .... (zijn) fils (m).
Voici Julien, c'est .... (zijn) fils (m).
A
son
B
sa
C
ses
Slide 17 - Quizvraag
Vul het juiste Franse BEZITTELIJK voornaamwoord in:
Elle aime ... (mijn) photo (v)
Elle aime ... (mijn) photo (v)
A
mon
B
ma
C
mes
Slide 18 - Quizvraag
Vul het juiste Franse BEZITTELIJK voornaamwoord in:
Comment s'appelle ... (jouw) chat (m).
Comment s'appelle ... (jouw) chat (m).
A
ton
B
ta
C
tes
Slide 19 - Quizvraag
Vul het juiste Franse BEZITTELIJK voornaamwoord in:
Voilà .... (jouw) soeurs jumelles (v).
Voilà .... (jouw) soeurs jumelles (v).
A
ton
B
ta
C
tes
Slide 20 - Quizvraag
Vul het juiste Franse BEZITTELIJK voornaamwoord in:
... (zijn) fille (v) a 8 ans.
... (zijn) fille (v) a 8 ans.
A
son
B
sa
C
ses
Slide 21 - Quizvraag
Vul het juiste Franse BEZITTELIJK voornaamwoord in:
Où sont... (mijn) chaussettes rouges?
Où sont... (mijn) chaussettes rouges?
A
mon
B
ma
C
mes
Slide 22 - Quizvraag
Vul het juiste Franse BEZITTELIJK voornaamwoord in:
Ce sont ... (hun) soeur.
Ce sont ... (hun) soeur.
A
leur
B
sa
C
leurs
Slide 23 - Quizvraag
Vul het juiste Franse BEZITTELIJK voornaamwoord in:
Voilà (haar) robe (v).
Voilà (haar) robe (v).
A
son
B
sa
C
ses
Slide 24 - Quizvraag
Vul het juiste Franse BEZITTELIJK voornaamwoord in:
Voici ... (mijn) amie Patricia.
Voici ... (mijn) amie Patricia.
A
mon
B
ma
C
mes
Slide 25 - Quizvraag
Hoe vertaal je "ons" in het Frans?
A
votre votre vos
B
ton ta tes
C
notre notre nos
