paragraaf 3.3 (1H)

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Maak je klaar:

• Telefoon in de telefoontas
• Kauwgum in de prullenbak
• Handen desinfecteren
• Ipad + werkboekjes + schrift + pen op tafel
• Inloggen in de Lesson up
• Mondjes dicht ! :)

Welkom 1MH2!

Welkom 1Ha!

Wat gaan we doen vandaag?

• Herhalen vorige les
• Uitleg paragraaf 3.3
• Aan de slag

Wat klopt niet?

1. positief x positief = positief
2. positief x negatief = negatief
3. negatief x positief =positief
4. negatief x negatief = positief

Wat moet er op de puntjes staan?
"Negatief : ..... = Positief"

1. Positief
2. Negatief
3. Positief en Negatief kan allebei

-12 : 3

( 7 + 8 ) : - 5 - 6

vereenvoudigen van breuken

Alleen dan met minnen.

Afspraak: Laat nooit een minteken in de breuk staan.

(hij komt er altijd voor of kan weg gelaten worden.)

Voorbeelden:

​−3​​−12​​=​3​​12​​=4

​−24​​6​​=−​24​​6​​=−​4​​1​​

Vereenvoudig en haal zoveel
mogelijk helen eruit:

​20​​−48​​

1​5​​2​​−3​4​​1​​=

1​5​​2​​−3​4​​1​​=

​5​​7​​−​4​​13​​=

1​5​​2​​−3​4​​1​​=

​5​​7​​−​4​​13​​=

​20​​28​​−​20​​65​​=

1​5​​2​​−3​4​​1​​=

​5​​7​​−​4​​13​​=

​20​​28​​−​20​​65​​=

−​20​​37​​=−1​20​​17​​

Huiswerk

Volgende les:

maken paragraaf 3.3