Vakkennis Dame N3.2 Herhaling periode 2 2122

1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
theorie kapperMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Wat is het doel van tijdelijke omvorming?
A
Stevigheid geven door gebruik te maken van krullen
B
Richting en stevigheid geven d.m.v. krullen en slagen
C
Richting, stevigheid en volume geven d.m.v. krullen en slagen
D
slagen en krullen maken

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

Tijdens het omvormen met warmte gebeurd er iets met..
A
De waterstofbruggen
B
De zoutbruggen
C
De zwavelbruggen
D
De spindelcellen

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Wat doen de zout- en waterstofbruggen tijdens het omvormen met water?
A
De zoutbruggen verbreken en de waterstofbruggen verweken
B
De zoutbruggen verweken en de waterstofbruggen verbreken
C
Zoutbruggen- en waterstofbruggen verweken
D
Zoutbruggen- en waterstofbruggen verbreken

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Bij welk type haar gebruik ik alleen tijdelijke omvorming met water?
A
Normaal haar
B
Poreus haar
C
Dik en stevig haar

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Wat verstaan wij onder de klantkenmerken?

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Welke techniek zie je op de afbeelding?
A
Getrokken
B
Extra volume
C
Volume
D
Diepte roller

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Wat is GEEN opsteektechniek?
A
Chignon
B
Vlechten
C
Verticale rol
D
Grace kelly

Slide 34 - Quizvraag

Slide 35 - Tekstslide

Wanneer maak ik gebruik van schuifspeldjes?
A
Om het haar vast te zetten
B
om de pony vast te zetten
C
Om grote stukken vast te zetten
D
Altijd

Slide 36 - Quizvraag

Slide 37 - Tekstslide