OP1 BLOK 3 WG1 en 2

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerpleegkundeHBOStudiejaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar ben jij geboren?
Rotterdam
Elders in de randstad
Buiten de randstad
Buiten Nederland
Anders....

Slide 6 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zouden kinderen anders opgroeien in de randstad dan bijvoorbeeld in Drenthe in een dorp
A
JA
B
NEE
C
kweenie
D
denkt het misschien ja? nee?

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

2:28 min

https://youtu.be/UZryrt9UyKE. gesprekje tussen docenten. De studenten studeren in Rotterdam. In hun stages gaan ze vooral de populatie van hier tegenkomen. Wat is voor hen typisch Rotterdams? Zou iemand uit de Rotterdam ongezonder opgroeien dan iemand uit de Zuidhollandse eilanden? Waar komen jullie als docenten eigenlijk vandaan? Vraag: wat is volgens jullie typisch Rotterdams, wat denk je tegen te komen in de zorg.

Wat vinden jullie nou typisch Rotterdams dan?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Oei dat klinkt alsof het niet best gesteld is met de jeugd van nu. Is dit nou iets op om depressief van te moeten worden? Praat hier eens samen als collega’s over. Ervaar je het ook zo dat er meer dikke niet fitte jeugd is? Of lijkt het wel mee te vallen

PAUZE

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Dit hebben de studenten al in hun zelfstudieopdrachten in het werkboek kunnen lezen en zien. Voor achtergrond informatie voor jou als docent zie;

 https://www.ncj.nl/themadossiers/uitvoeringskader/basispakket-jgz/

NB. Deze dia bespreken neemt best veel tijd in beslag omdat te waarschijnlijk een nieuw fenomeen voor veel studenten is dat je als verpleegkundige met recht te maken hebt. De uitleg die je geeft over wet en regelgeving en het belang ervan kun je best over de OP’s trekken (bij ieder doelgroep is het belangrijk). Neem je tijd want dit is best even ingewikkeld en je krijgt de vraag wat ze voor hun toets moeten weten hiervan. Het is vooral ter illustratie dat wetten en regels zo belangrijk zijn in de JGZ. En waar je als jeugdverpleegkundige mee te maken kan krijgen.
Iedere instantie (CJG, GGD, of anders) geeft zorg vanuit het basispakket JGZ. Daar om heen kunnen gemeente afhankelijk van wat zij nodig vinden binnen een bepaald werkgebied maatwerk afnemen bij de instelling die in hun woonplaats de JGZ verzorgt. We hebben net stil gestaan bij de vraag of het uitmaakt waar in Nederland je woont. De vraag is zeker met ja beantwoord. Dit is ook precies de reden dat er voor iedere gemeente iets anders ingekocht wordt. Dus behalve dat het uitmaakt waar je opgroeit maakt het ook nogal uit waar je werkt als jeugdverpleegkundige. Zelf heb ik het meegemaakt dat ik in verschillende gemeente tegelijkertijd werkte en dat ik bij de een wel gratis peuterspeelzaal voor ieder kind met allochtone ouders mocht regelen en in de andere gemeente alleen onder specifieke voorwaarden.
Buiten maatwerk en basispakket heb je ook te maken met veel wet en regelgeving. Het voert nu in de eerste week te ver om dit allemaal door te nemen. Maar zoals studenten in de kickoff hebben geleerd, gaat het in de kennislijn ook over recht. Houdt dit low. Laat even snuffelen aan het fenomeen dat je als verpleegkundige dus midden dus allerlei wet en regelgeving staat en dat ze dat dus nog veel gaan zien het komende jaar.
Achtergrond en voorbeelden over deze wet en regelgeving. Houdt het low we zitten nog steeds pas in OP1.
Simpel gezegd: het basistakenpakket van de JGZ wordt gefinancierd vanuit de WPG. Zodra er iets bijzonders (meer dan het preventiestuk) aan de hand is komen er andere wetten bij kijken waar vanuit gefinancierd wordt. Zie hieronder voor verdere toelichting.
Jeugdwet. In de Jeugdwet wordt jeugdhulp geregeld. De Jeugdwet kent een driedeling:
preventie (delen van het vroegere JGZ maatwerk, welzijn en thuisbegeleiding)
jeugdhulp (als er iets aan de hand is met een kind)
hulp in het gedwongen kader. De Jeugdwet is preventie voor groepen en individuen waar risico te verwachten is. Denk bijvoorbeeld aan en traject dat begeleidt wordt door een gezinscoach, opvoedonderstuning, maar ook bijvoorbeeld jeugdreclassering of leerplicht vallen hieronder..
Passend Onderwijs. De wetgeving op het gebied van Passend Onderwijs is gericht op een verschuiving in de richting van een meer preventieve aanpak, diagnostiek die gericht is op handeling (wat heeft dit kind nu nodig?) en een versterking van de integrale en intersectorale benadering. Steeds vaker krijgen kinderen met uiteenlopende problematiek in het reguliere onderwijs een plaats. Hoe kan een kind met autisme of ADHD toch goed tot leren komen op een reguliere basisschool (wat alsijd het streven is) en als dit niet lukt kijken wat er nodig is. Dit kan gaan om cognitieve problemen, gedragsproblemen ops chool of bijv een lichamelijke of geestelijke beperking waardoor passend onderwijs gezocht moet worden.
Zorgverzekeringswet (Zvw). JGZ-professionals kunnen ook enkele taken uitvoeren die onder de Zvw vallen, zoals lichte medische zorg en (rook)preventieprogramma’s voor jeugdigen. De staatssecretaris van VWS heeft hier expliciet toestemming voor gegeven, met als voorwaarde dat hierover goede afspraken met de zorgverzekeraars worden gemaakt. Jeugdartsen kunnen sinds 2014 ook rechtstreeks verwijzen naar medisch specialisten. Dankzij deze maatregel ontstaat er een verbinding tussen het sociale domein (WPG en Jeugdwet) en het medische domein (Zvw). Bijvoorbeeld: Een kind lijkt Koe eiwit allergie te hebben. De Jeugdverpleegkundige begeleid de ouders (WPG), de jeugdarts schrijft het recept voor de speciale voeding die ouders bij hun zorgverzekering kunnen indienen (ZVW).
Participatiewet. Het kabinet wil dat alle mensen, jong en oud, in Nederland geboren of van ver komend, mensen met of zonder beperking, als volwaardige burgers mee kunnen doen aan onze samenleving. Bij voorkeur via een reguliere baan, maar als dat (nog) een brug te ver is, door op een andere manier te participeren in de samenleving. JGZ draagt in algemene zin bij aan het functioneren van kinderen en jongeren. Meer specifiek kan JGZ bijdragen aan ziekteverzuimbegeleiding van leerlingen bij aan deelname aan het onderwijs en beroepskeuzeadvisering aan het vinden van een plek op de arbeidsmarkt.
Aan de hand van gesprekken met de branche- en beroepsverenigingen, VNG en de hoofden en managers JGZ is in 2013 gewerkt aan het concretiseren van de visie op een Publieke Zorg voor Jeugd. Met name de rol en mogelijkheden van JGZ en de JGZ-professional binnen een Publieke Zorg voor Jeugd kwamen hierbij aan bod. Hierbij zijn voortschrijdende inzichten en ontwikkelingen meegenomen, waaronder de herziening van het jeugdstelsel. Deze visie is voorgelegd aan de branche- en beroepsverenigingen, VWS en VNG. In februari 2014 is deze visie besproken met het bestuur van het NCJ.
Wet publieke gezondheid. In het kader van de Wpg is de gemeente verantwoordelijk voor collectieve activiteiten zoals gezondheidsbevordering en prenatale voorlichting gericht op de gehele bevolking, dus ook gericht op jeugd. Wpg is preventie voor alle kinderen.
Het Rijksvaccinatieprogramma (RVP) en de hielprikscreening maken geen deel uit van het Basispakket JGZ maar vormen wel kerntaken van de JGZ. Ze zijn onderdeel van de Wet Publieke Gezondheid ad artikel 6b (RVP) en artikel 12a (hielprik).

Welke taken heeft de JGZ (in Rotterdam)

Slide 14 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Sta hier kort bij stil. In het e-college en de komende gastles wordt dit veel uitgebreider besproken. Nogmaals dit is geen Jeugdzorg maar jeugdgezondheidszorg. Er is een essentieel verschil tussen jeugdzorg (vaak een meer dwingend karakter, wanneer het echt al mis is met een kind of binnen een gezin. Denk aan gezinscoaches, raad van de kinderbescherming ed) jeugdgezondheidszorg (vrijwillige zorg, toegankelijk voor iedereen en peventief van aard).
De JGZ ziet de kinderen regelmatig en volgt het kind tijdens het opgroeien. Zij monitort groei en ontwikkeling, doet gezondheidsonderzoek en screent. De JGZ heeft een brede, integrale beoordeling van kinderen in de context van gezin en omgeving en kijkt naar het individuele kind en de gezondheidstoestand van alle kinderen in Nederland. Dit kaatste gebeurt door geanonimideerde gegevens te delen met gemeente/overheid. Op badis van deze gegevens worden rapporten opgesteld en adviezen en plannen gemaakt om preventive te bieden waar dat t meest nodig is en om zorg en voorlichting op maat te kunnen bieden. In Rotterdam is wellicht meer overgewict bij kinderen dan in de polder in Friesland, waar de zorg op angepast kan worden.
Netwerken, overleg en (keten)samenwerking met onderwijs, kindercentra, gezondheidszorg, jeugdhulp, buurtteams en andere aanpalende sectoren

Screenen
Monitoren
Signaleren
PKU hielprik
Lengte & gewicht
Vragenlijsten
Visustest
Gedrag
Schoolverzuim

Slide 16 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Screenen = PKU / Visustest
Monitoren = Lengte en gewicht / Schoolverzuim
Signaleren = Vragenlijsten / Gedrag

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Hoe weten we nou eigenlijk al die cijfers? Wie houdt er bij hoe het gaat? Voorbeeld algemene onderzoeken door : RIVM/ Zo n mW/ NCJ etc. Jeuggezondheidszorg op het individuele kind met spreekuren en voorlichting. Het doel is dat de fysieke gezondheid bevordert wordt en dan je op tijd erbij bent als het niet goed lijkt te gaan.

Slide 19 - Tekstslide

Als je goed meet weet je dus waar de risicos zijn mbt de fysieke gezondheid van het kind. In werkgroep 2 van blok 1 ging het al over preventie. Wat weten studenten nog?

Slide 20 - Tekstslide

Leg uit wat vroegtijdige risicosignalering is. Hoe eerder hoe beter? Wat wordt daar mee bedoeld?

Slide 21 - Video

1:29 minuut

Themas preventie programma 

ondersteunen ouders
waarde goede en fysieke gezondheid
weerbaar zijn voor de wereld
kindermishandeling
schoolverzuim en armoede

samenwerken met andere JGZ

Welke thema's zitten
in de preventie agenda

Slide 22 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Hier zie je een voorbeeld van vroegtijdige signaleren. Bespreek even met elkaar welke risico’s er zijn als een slecht gehoor of zelfs doofheid niet wordt opgemerkt

Hoe sta jij ten opzichte van het uitvoeren van preventie/ vroegsignaleringstaken in de JGZ?
Prima! maar ik vervang liever een catheter
Ja! Lijkt mij een leuke taak
Ik vind het meer iets voor andere disciplines
Geen idee . . .

Slide 25 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De jeugdverpleegkundige
Heeft best wel wat taken dus
Praat vaak met haar collega's over lastige gevallen
Soms schuurt de autonomie van de ouders met jouw professionele verpleegkundige mening 

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stelling 1
Het gebruik van de Jeugdgezondheidszorg is in Nederland niet verplicht. Lieke haar ouders hebben besloten geen gebruik te maken van de Jeugdgezondheidszorg. Toch is de doelstelling van de Jeugdgezondheidszorg: “Alle kinderen in beeld.”

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stelling 2
Je hoort van de moeder van Ahmed dat haar buurvrouw haar kinderen slaat.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stelling 3
Annabel van 3 jaar komt op je spreekuur met haar moeder. Moeder vertelt dat ze alleen patat eet omdat ze niets anders lust. Haar lengte en gewicht zijn mooi in verhouding, dus gezond.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ging 't vandaag?
😒🙁😐🙂😃

Slide 31 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies