3H1 FAB 1718 les 11/12

• Spaans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

3H1

• repetimos: ww met klinkerwisseling
  
• corregimos las tareas
  
• explicación: verbos con la 1a persona irregular
  
• fuente A 
  

leerdoelen deze les:

- ik kan werkwoorden met klinkerwisseling vervoegen

- ik kan werkwoorden met een onregelmatige ik-vorm vervoegen

- ik kan in het Spaans een tekst begrijpen over jongeren op een camping.

werkwoorden met klinkerwisseling

# Wat weet je ervan?

# Hoe vervoeg je het ww?

# welke uitgang krijgt het ww?

# welke pers. vnw krijgen nooit klinkerwisseling? 

bijvoorbeeld: poder (ue)

¡ojo!

werkwoorden met 2 lettergrepen (en dus 2 klinkers) in de stam:

entender (ie)  > entiendo, entiendes, ..

almorzar (ue) > almuerzo, almuerzas,..

> de klinkerwisseling valt altijd op de tweede lettergreep.

studyspanish.com

Antwoorden GB oef 7 p. 50-51

klik hier

oef 8 + 9 klassikaal bespreken

GB p. 49 werkwoorden met onregelmatige ik-vorm

hacer  - hago, haces, hace, hacemos, etc...

poner - pongo, pones, pone, etc...

saber - sé, sabes, sabe, sabemos, etc...

ver - veo, ves, ve, etc...

dar - doy, das, da, damos, etc...

salir - salgo, sales, sale, etc

let op:

conocer      >    yo conozco           traducir        >     yo traduzco

                               tu conoces                                            tu traduces

                               él conoce                                               él traduce 

 

                                 

klinkerwisseling & onregelmatige ik-vorm:

tener (ie)                 venir (ie)                decir (i)

tengo                        vengo                     digo

tienes                        vienes                    dices

tiene                          viene                       dice

tenemos                  venimos                decimos

...                                  ...                               ...   

a practicar:

1. Yo (dar) _________ el regalo a Paco.

2. Yo (traducir) _________ el texto al holandés.

3. Yo no (saber) _________ la traducción de la palabra.

4. ¿Qué (decir-i) __________ Paula?

5. Yo (salir)_________ cada sábado.

Hacemos:

Taak 1: MAAK: oef 10 t/m 12 (blz.52 GB)

Taak 2: LEES: TB P. 51 Bron A

MAAK: WB. p. 77-78 ejercicio 3+4

klik hier voor geluidsfragment

Klaar? lees voca 6.2 met Quizlet

traducimos (6.1):

1. Tengo miedo cuando se hace de noche.

2. Llevamos una maleta y un bañador.

3. En invierno participas en el programa de actividades.

4. Vergeet jij het formulier niet?

5. Het is verboden te veel zaklampen mee te nemen. 

leerdoelen deze les:

- ik kan werkwoorden met klinkerwisseling vervoegen

- ik kan werkwoorden met een onregelmatige ik-vorm vervoegen

- ik kan in het Spaans een tekst begrijpen over jongeren op een camping.

leerdoelen behaald?

check het met behulp van de volgende vragen: 

Kies de juiste vervoeging:
tu (querer - ie)

1. queres
2. quiere
3. quere
4. quieres

kies de juiste vervoeging:
nosotros (jugar-ue)

1. juegamos
2. juegáis
3. jugamos
4. jugáis

Kies de juiste vervoeging:
yo (poner)

1. pono
2. pongo
3. pondo
4. ponoy

vervoeg:
yo (conocer-zc)

huiswerk vrijdag 15/12:

maken:

Taak 1:  oef 10 t/m 12 (blz.52 GB)

Taak 2: WB. p. 77-78 ejercicio 3+4

leren:

blz 49 GB (onregelmatige ww) + voca blok 6.2 P. 103 WB

SO Unidad 6 = wo 20 dec

Leerstof:

- Voca blok 6.1 t/m 6.3 (N-S)

- roze ww blad nr 25 t/m 45 (S-N)

- alle werkwoorden tot nu toe in de tegenwoordige tijd (blz 48-49 GB)