H12 - §12.4 Versnelling en vertraging

Welkom in de les
Vandaag:
  • terug blikken op §12.3
  • lesdoelen §12.4
  • instructie §12.4
  • Maken opdrachten
  • Afsluiten les 

 


§12.4 Versnelling en vertraging
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom in de les
Vandaag:
  • terug blikken op §12.3
  • lesdoelen §12.4
  • instructie §12.4
  • Maken opdrachten
  • Afsluiten les 

 


§12.4 Versnelling en vertraging

Slide 1 - Tekstslide

Vragen §12.3

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Opgave 84

Slide 4 - Tekstslide

Opgave 84

Slide 5 - Tekstslide

Opgave 84

Slide 6 - Tekstslide

Opgave 91

Slide 7 - Tekstslide

Je leert ...
  • de verandering in snelheid van een beweging berekenen;
  • de kracht berekenen die nodig is voor een snelheidsverandering.

Slide 8 - Tekstslide

Versnelling en vertraging
Bedenk hoe de snelheid
van de loper tijdens de
beweging verandert?

Slide 9 - Tekstslide

Versnellen en vertragen
  • De snelheid neemt toe (wordt groter)
  • De tussenruimte wordt groter
  • De grafiek is een rechte lijn die schuin omhoog loopt.

Slide 10 - Tekstslide

Eenparige versnelde beweging
v-t
s-t

Slide 11 - Tekstslide

Versnellen en vertragen
Versnelling = de snelheidstoename per seconde


       
iedere seconde neemt de snelheid met 2 m/s toe.
2 sm  s1 = 2 s2m

Slide 12 - Tekstslide

Versnellen en vertragen
                                            a   = versnelling (m/s2
                                                  v= beginsnelheid (m/s) 
   of                                          ve  = eindsnelheid (m/s)
                                               v  = snelheidsverschil
a=t(vevb)
a=t(Δv)
Δ

Slide 13 - Tekstslide

even oefenen!
Stan rijdt op zijn racefiets met een snelheid van 25 km/h. Hij versnelt gedurende 5,0 sec. tot 38 km/h

Bereken de versnelling van Stan
 in m/s2.

Slide 14 - Tekstslide

even oefenen!
G: vb= 25 km/h,       ve = 38 km/h         t = 5 s
G: a = ?  m/s2

F: 

B:

A: De versnelling van Stan is 0,72 m/s2
a=t(vevb)
a =5(10,566,94) = 0,72

Slide 15 - Tekstslide

Versnellen en vertragen
 - op dezelfde manier als versnelling
- negatieve waarde!

tenslotte is de eindsnelheid dan kleiner dan de beginsnelheid!
a=t(vevb)

Slide 16 - Tekstslide

Eenparige vertraagde beweging
v-t
1
s-t
2

Slide 17 - Tekstslide

even oefenen!
Max rijdt de pits in. In 3 sec. Neemt zijn snelheid af van 150 km/h naar 60 km/h.

Bereken de vertraging van.

Slide 18 - Tekstslide

even oefenen!
G: vb= 150 km/h = 41,67 m/s,    ve= 60 km/h = 16,67 m/s,          t = 3 s
G: a = ?  m/s2

F: 

B:

A: De vertraging van Max is 8, 33 m/s2 
a=t(vevb)
a=3(16,6741,67)=8,33

Slide 19 - Tekstslide

Kracht en beweging
Kracht nodig om een voorwerp in beweging te krijgen 
of af te remmen:


F =m  a
bij een versnelling : F = positief
bij een vertraging: F = negatief

Slide 20 - Tekstslide

even oefenen!
Max crashed in Silverstone met een snelheid van 240 km/h. De massa van de auto is 800 kg. De auto stond na 1,5 s stil.

a. Bereken de vertraging van Max
b. Bereken de kracht (in kN) op de
auto tijdens de crash

Slide 21 - Tekstslide

even oefenen a!
G: vb= 240 km/h = 66,67 m/s,    ve= 0 km/h = 0 m/s,          t = 1,5 s
G: a = ?  m/s2

F: 

B:

A: De vertraging van Max is 44,45 m/s2 
a=t(vevb)
a=1,5(066,67)=44,45

Slide 22 - Tekstslide

even oefenen a!
G: a = 476,19 m/s2,    m = 800 kg
G: F = ?  kN

F: 

B:

A: De kracht op de auto is 35.560 N = 36 kN
F=m  a
F=800  44,45 =35.560

Slide 23 - Tekstslide

Pak je planner!
Noteer voor de volgende les


Lezen §12.4 uit je boek

Maak alle opgaven behalve de ster- route



Slide 24 - Tekstslide

Aan de slag!

  • Lezen §12.4 uit je boek

  • Maak alle opgaven behalve route ✱



Zf

Slide 25 - Tekstslide

Wat weet je al???

Slide 26 - Tekstslide

Sleep het juiste diagram naar de juiste soort beweging. 
eenparig
vertraagd
versneld

Slide 27 - Sleepvraag

Een auto rijdt weg bij een verkeerslicht.
Wat voor beweging is dit?
A
een eenparige beweging
B
een versnelde beweging
C
een vertraagde beweging

Slide 28 - Quizvraag

Je moet op de fiets afremmen, omdat de spoorbomen dichtgaan.
Wat voor beweging is dit?
A
een eenparige beweging
B
een versnelde beweging
C
een vertraagde beweging

Slide 29 - Quizvraag

Als de netto kracht op een voorwerp nul is, is ook de snelheid van dat voorwerp nul.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 30 - Quizvraag

De versnelling is altijd in de richting van de netto kracht
A
Juist
B
Onjuist

Slide 31 - Quizvraag

Een auto rijdt 49 km/h als voor hem het verkeers-licht op rood springt. De bestuurder remt en staat in 2,2 s stil. Bereken de vertraging van de auto.

Slide 32 - Open vraag

Je kunt nu ...
  • de verandering in snelheid van een beweging berekenen;
  • de kracht berekenen die nodig is voor een snelheidsverandering.




Slide 33 - Tekstslide

Ja, dat kan ik!
😒🙁😐🙂😃

Slide 34 - Poll


 Valversnelling g  = 9,8 m/s2. Hoe hoog is de snelheid van een vallend voorwerp na 4 seconden?

Slide 35 - Open vraag

Leerdoelen
je kunt nu:
  • de verandering en de snelheid van een beweging berekenen
  • de kracht berekenen die nodig is voor een snelheidsverandering

Slide 36 - Tekstslide

Maak de opdrachten van 12.4 online

Slide 37 - Tekstslide