Opgaven 3.8 Politieke ontwikkeling

Bespreken opgaven 3.8
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Bespreken opgaven 3.8

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
Terugblik 3.8 Politieke ontwikkelingen
Bespreken opgave 2ab

Slide 2 - Tekstslide

Wat was de eerste stabiele bestuursvorm die in veel Zuid Amerikaanse landen kwam na de onafhankelijkheid in de 19e eeuw?
A
Democratie
B
Dictatuur
C
Oligarchie
D
Populisme

Slide 3 - Quizvraag

Wie heeft de macht in een oligarchie?

Slide 4 - Open vraag

Volgende vraag overleggen (in teams)
Waarom is het logisch dat er na een periode oligarchische regimes, een populistische regering de macht krijgt?

- Wat is (een kenmerk van) een oligarchie?
- Wat is (een kenmerk van) een populistische regering?
- Wat is het verschil tussen beide en waarom dus een logisch gevolg?

- Gebruik je boek, bespreek je antwoord en schrijf dat op
- 5 minuten, daarna stuurt 1 per duo het antwoord in de LessonUp

Slide 5 - Tekstslide

Waarom is het logisch dat er na een periode oligarchische regimes, een populistische regering de macht krijgt?

Slide 6 - Open vraag

Antwoord
- Kenmerk oligarchie: De macht ligt bij de elite die zichzelf daarmee verrijkt
- Kenmerk populistische regimes: Vakbonden (voor werknemer bescherming) en sociaal beleid zijn belangrijk.

- Verschil: Bij een oligarchie is alleen de elite belangrijk voor de regering, bij populisme ook het normale volk.


Slide 7 - Tekstslide

Antwoord
-Dus: 
Het volk werd steeds meer ontevreden over de oligarchie en de beperkte mogelijkheden die het hen gaf (alle sociale/politieke/
economische mogelijkheden bleven bij de elite). Daardoor kon een populist, die charismatisch het volk voor zich won met ideeën over vakbonden die juist opkwamen voor de arbeiders, de macht krijgen. 

Slide 8 - Tekstslide

Wat is GEEN kenmerk van neoliberalisme?
A
Dé-agrariseren van het platteland
B
Verlagen van handelstarieven
C
Afschaffen van overheidssubsidies
D
Privatisering van staatsbedrijven

Slide 9 - Quizvraag

Verbind de volgende twee begrippen in één zin: bottum-up democratisering & sociale participatie

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Video

Slide 12 - Tekstslide

2a) Welke bron past het beste bij deze tekstbron? Licht je keuze toe met informatie uit de gekozen bron

Slide 13 - Open vraag

Antwoord
- Bron 37. 
- Op deze afbeelding zien we mensen protesteren tegen de komst van het ‘dure’ WK voetbal. Geld dat in hun ogen beter besteed had kunnen worden aan ziekenhuizen en onderwijs.
- Dit past bij de tekst omdat daarin ook wordt beschreven hoe een groot deel van de Brazilianen tegen de komst van het WK was.

Slide 14 - Tekstslide

2b) Welke twee begrippen passen het beste bij de bron van vraag a?

Slide 15 - Open vraag

Antwoord
- Bottom-up democratisering (Proces waarbij gewone burgers zich steeds meer gaan bemoeien met het bestuur van het land) 
- Sociale participatie (Deelnemen aan organisaties zoals de kerk, politieke partijen enz.)

-  Past bij de tekst omdat die beschrijft hoe een groot deel van de bevolking zich uitspreekt en organiseert tegen het WK en het bestuur dat dat heeft geregeld

Slide 16 - Tekstslide

De toets in de toetsweek:
Hoofdstuk 3 Zuid Amerika (3.1 t/m 3.8)


Wat sowieso belangrijk gaat zijn is het klimaat van
 Zuid-Amerika!

Slide 17 - Tekstslide

Volgende lessen:
- Herhalen van stof H3 en klimaat Zuid-Amerika
- Werken met bronnen en de Atlas
- Formuleren van antwoorden
- XXX


Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Link