Chapître 1 werkwoorden op -re

Programme
Grammaire H: RE werkwoorden

Tâche: Mon meilleur ami (G Phrases-clés et parler)


1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Programme
Grammaire H: RE werkwoorden

Tâche: Mon meilleur ami (G Phrases-clés et parler)


Slide 1 - Tekstslide

Buts
Ik kan vertellen over een vriend(in)

Ik kan de werkwoorden op RE gebruiken




Slide 2 - Tekstslide

Les verbes en -re

Slide 3 - Tekstslide

Verbes en RE
- Regel ?
Helaas....stampen

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

RE werkwoorden: répondre
je réponds         (ik antwoord)
tu réponds
il répond

nous répondons
vous répondez
ils répondent
Uitgangen
s
s
-
ons
ez
ent

Slide 6 - Tekstslide

Passé composé: répondre
j'ai répondu = ik heb geantwoord
tu as répondu
il a répondu
nous avons répondu
vous avez répondu
ils ont répondu
voltooid deelwoord
Stam + U

Slide 7 - Tekstslide

répondre
attendre
entendre 
vendre
perdre
De werkwoorden op –RE :
verkopen
antwoorden
wachten op
horen
verliezen

Slide 8 - Sleepvraag

De stam van de werkwoorden op -re vind je door -re eraf te halen.
(vendre - vend).
A
juist
B
onjuist

Slide 9 - Quizvraag

présent:
Nous (vendre) ___ des glaces.
A
vend
B
vendent
C
vends
D
vendons

Slide 10 - Quizvraag

présent:
Ils (répondre) ___à mon mail.
A
répondent
B
réponde
C
répond
D
répondez

Slide 11 - Quizvraag

Présent:
uitgangen bij de regelmatige werkwoorden op -re
Sleep de juiste uitgang naar het bijbehorende persoonlijk voornaamwoord
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
tu
je
ons
ent
s
ez
s
-

Slide 12 - Sleepvraag

Zet de werkwoorden in de juiste vorm:
je - répondre

Slide 13 - Open vraag

tu - attendre

Slide 14 - Open vraag

nous - entendre

Slide 15 - Open vraag

Nu in de passé composé
il - vendre

Slide 16 - Open vraag

Passé composé
nous - répondre

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Link

Slide 19 - Video

G: phrases-clés et parler
p. 42: Je kunt over een vriend(in) vertellen.

Vervang de schuingedrukte woorden door iets anders.

Voilà un exemple.

Slide 20 - Tekstslide

Ma meilleure amie
Ma meilleure amie, c'est Ingrid.
Je la connais depuis 20 ans.
J'ai rencontré Ingrid à l'université.
Elle est sympa et sociable.
On aime aller au musée ensemble.
On se voit une fois par mois.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Link