11-1-23 werkwoordspelling

Pu
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Pu

Slide 1 - Tekstslide

Werkwoordspelling

Slide 2 - Tekstslide

Lesinhoud
Je begrijpt de uitleg over werkwoordspelling en past de regels toe .

Slide 3 - Tekstslide

werkwoordspelling
Tegenwoordige tijd: stam / stam+t / hele werkwoord

Verleden tijd: TaXi KoFSCHiP
Staat de laatste letter van de stam erin?
Ja-> stam+t                                Nee-> stam+d

Voltooid deelwoord: TaXi KoFSCHiP
Ja-> ge/be/ver-woord+t           Nee-> ge/be/ver-woord+d

Slide 4 - Tekstslide

Kies het juiste werkwoord:

"Het vliegtuig ..."
A
land
B
landt
C
lant

Slide 5 - Quizvraag

(Worden) je broer ook zo gek van dat wachten?
A
Word
B
Wordt

Slide 6 - Quizvraag

Ik (vermoeden) dat jij dat ook niet echt grappig (vinden).
A
vermoet, vind
B
vermoedt, vindt
C
vermoed, vindt
D
vermoed, vind

Slide 7 - Quizvraag

Wanneer eindigt een voltooid deelwoord op een 'd' en wanneer op een 't'?

Slide 8 - Open vraag

Schrijf zoveel mogelijk voltooid deelwoorden op.

Slide 9 - Woordweb

't Sexy Fokschaap

Slide 10 - Tekstslide

TaXi KoFSCHiP
Verleden tijd:
Staat de laatste letter van de stam erin?
Ja-> stam + te(n)                 Nee-> stam + de(n)
Voltooid verleden tijd:
Staat de laatste letter van de stam erin?
Ja-> ge/be/ver-werkwoord + t
Nee -> ge/be/ver/werkwoord + d

Slide 11 - Tekstslide

Kies het juiste werkwoord:

"Het vliegtuig ..."
A
land
B
landt

Slide 12 - Quizvraag

(Worden) je broer ook zo gek van dat wachten?
A
Word
B
Wordt

Slide 13 - Quizvraag

Het gebeur... regelmatig dat men fouten maakt in werkwoordspelling.
A
gebeurd
B
gebeurt

Slide 14 - Quizvraag

Weet je wel wat het beteken.... als je werkwoordspelling echt beheerst!
A
betekend
B
betekent
C
betekende
D
betekente

Slide 15 - Quizvraag

Engelse werkwoorden
hoe schrijf je het volgende werkwoord in de hij-vorm, vt: barbecueën
A
barbecuedde
B
barbecuede
C
barbecuete
D
barbecuette

Slide 16 - Quizvraag

Toen hij gisteren niet (antwoorden) (verzuchten) ik dat ik er nu echt klaar mee ben.
A
antwoorde- verzuchtte
B
antwoordde, verzuchtte
C
antwoordde-verzuchte
D
antwoorde-verzuchte

Slide 17 - Quizvraag

Ik (vermoeden) dat jij dat ook niet echt grappig (vinden).
A
vermoet, vind
B
vermoedt, vindt
C
vermoed, vindt
D
vermoed, vind

Slide 18 - Quizvraag

Aan de slag
Maak de opdrachten uit de methode Nu Nederlands
Taalverzorging H2 en H3
Maak de opdrachten en volg je eigen route
timer
30:00

Slide 19 - Tekstslide

Lees- en luistertoets
1 april 2021

Schrijf het op!

Slide 20 - Tekstslide

Onderwerp inleiden

Slide 21 - Woordweb

Onderwerp afsluiten

Slide 22 - Woordweb

Aan de slag in het boek
Opdracht die daar goed op aansluit: opdr. 2, blz. 100

Eerst verkennend lezen: wat is dat?
timer
15:00

Slide 23 - Tekstslide

Wat heb je deze les geleerd?

Slide 24 - Open vraag