H5 - T4 - bs4 kennistest

H5 - T4 - bs4 kennistest
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

H5 - T4 - bs4 kennistest

Slide 1 - Tekstslide

Welke bloedcellen hebben geen celkern?
A
rode bloedcellen
B
witte bloedcellen
C
rode bloedcellen en bloedplaatjes
D
witte bloedcellen en bloedplaatjes

Slide 2 - Quizvraag

Iemand met bloedarmoede heeft te weinig...
A
Zuurstof in zijn bloed
B
Voedingsstoffen in zijn bloed
C
Hemoglobine in zijn bloed
D
Bloed

Slide 3 - Quizvraag

Bloedplasma
Bloedplaatje
Witte bloedcel
Rode bloedcel

Slide 4 - Sleepvraag

..... is het hormoon dat de aanmaak van rode bloedcellen stimuleert, ...... is het eiwit wat meehelpt in de bloedstolling.
A
EPO - Hemoglobine
B
Fibrinogeen - Ijzeratomen
C
Rode beenmerg - EPO
D
EPO - Fibrinogeen

Slide 5 - Quizvraag

IJzer
EPO
Zuurstoftransport

Slide 6 - Sleepvraag

Wat is het doelwitorgaan van EPO?
A
Het beenmerg
B
De nier
C
De hypofyse

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de hormoonklier van EPO?
A
Het beenmerg
B
De nier
C
De hypofyse

Slide 8 - Quizvraag


Wat doet fibrine?
A
vervoert zuurstof
B
maakt rode bloedcellen aan
C
maakt een korstje op het wondje
D
veroorzaakt trombose

Slide 9 - Quizvraag

Wat zijn fibrinedraden?
A
Deze klonteren samen op de kapotte plek.
B
Deze vormen een soort net op de kapotte plek.
C
Deze ontdekken de kapotte plek.

Slide 10 - Quizvraag

Deel 2 zijn ... en de taak is ...
A
witte bloedcellen, zuurstof transport
B
witte bloedcellen, afweer tegen ziekten
C
bloedplaatjes, bloedstolling
D
rode bloedcellen, bloedstolling

Slide 11 - Quizvraag

Bloedstolling: wat is de goede volgorde?
1
2
3
4
5
6
bloedplaatjes knappen open
het droogt op tot een korstje
bloedplaatjes klonteren samen: propvorming 
het bloedvat wordt nauwer
stoffen uit de bloedplaatjes reageren met fibrinogeen
er ontstaat een netwerk van fibrinedraden

Slide 12 - Sleepvraag