Oefenen SO Planten en dieren hGL

Oefenen SO Planten en dieren


Klas 1 hGL
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Oefenen SO Planten en dieren


Klas 1 hGL

Slide 1 - Tekstslide


A
levend
B
dood
C
levenloos
D
gewoon, water

Slide 2 - Quizvraag

Welke levenskenmerken worden gebruikt om te reageren op de omgeving?
A
Voortplanten en bewegen
B
Voortplanten en groeien
C
Waarnemen en bewegen
D
Uitscheiden en groeien

Slide 3 - Quizvraag

Het poortje van een bruine boon is nodig om:
A
Een blaadje te maken wanneer de boon ontkiemt
B
Niks, hij heeft geen functie
C
energie te geven aan het kiemplantje
D
Water in de boon toe te laten

Slide 4 - Quizvraag

Zweten is een voorbeeld van het levenskenmerk:
A
uitscheiden
B
groeien
C
ademhalen
D
transpireren

Slide 5 - Quizvraag

Jeroen besluit een middag naar de sportschool te gaan om meer spiermassa te krijgen. Het krijgen van extra spiermassa is een voorbeeld van :
A
Ontwikkelen
B
groei
C
voorplanten
D
metamorfose

Slide 6 - Quizvraag

Zet de stappen van de levensloop van een plant in de juiste volgorde
Zaad
Volwassenplant
Ontkieming
Bloei
Kiemplant
Levenscyclus

Slide 7 - Sleepvraag


Hoe noem je iets dat geen levensverschijnselen meer vertoont?
A
Dood
B
Levend
C
Levenloos

Slide 8 - Quizvraag

Zet de namen van de onderdelen van de bruine boon op de juiste plekken.
Zaadhuid
Zaadlob
Poortje
Navel
Blaadjes
Stengel
Wortel

Slide 9 - Sleepvraag


Is dit standbeeld levend, dood of levenloos?
A
Dood
B
Levend
C
Levenloos

Slide 10 - Quizvraag

Wat is GEEN levenskenmerk?
A
Voeden
B
Ademen
C
Praten
D
Uitscheiden

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de functie van de zaadhuid.
A
Bescherming
B
Zorgt dat er water naar binnen kan.
C
Hier zat het zaadje mee vast aan de moeder plant.

Slide 12 - Quizvraag

Sleep de levensfase naar het goede plaatje
Oudere
Adolescent
Schoolkind
Puber
Volwassene
Baby
Peuter
Kleuter

Slide 13 - Sleepvraag

Gaat de volgende zin over groei of over ontwikkeling?
Je koopt een nieuwe broek omdat je oude te kort is.
A
Groei
B
Ontwikkeling

Slide 14 - Quizvraag

Gaat de volgende zin over groei of over ontwikkeling?
Een jongen krijgt baardgroei in de puberteit.
A
Groei
B
Ontwikkeling

Slide 15 - Quizvraag

Welke omschrijving past bij welke levensfase? Sleep de omschrijving naar de juiste levensfase
Baby.
Peuter
Kleuter
Schoolkind
Puber
Adolescent
Volwassene
Bejaarde
Leert lezen en schrijven.
Leert omgaan met verlies.
Leert zitten en kruipen
Leert naar de wc gaan en fietsen
Leert zelfbewust denken.
Leren zelfstandig zijn
Leren kinderen opvoeden
Leren praten en traplopen

Slide 16 - Sleepvraag

Wat is een groeispurt?
A
Een periode waar je nauwelijks groeit
B
Een periode dat je groei wordt bij gehouden
C
Een periode waarbij je snel groeit
D
Een periode waarbij je haar groeit.

Slide 17 - Quizvraag

Wat is geestelijke ontwikkeling?
A
Het leren van bepaalde bewegingen
B
Het veranderen in je lichaam
C
Het veranderen van je verstand, gevoelsleven en karakter

Slide 18 - Quizvraag