Herhaling mimische spieren

Les  
MIMISCHE SPIEREN 
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
SchoonheidsverzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 135 min

Introductie

Eerste les van de module harsen gezicht en lichaam.

Instructies

De student gaat veel zelfstandig de lesstof herhalen.

Onderdelen in deze les

Les  
MIMISCHE SPIEREN 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
- De student kent de mimische spieren
Student leert de skeletspieren




Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mimische spieren

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wist jij dat je spieren bepalen of je blij of boos kijkt? 

Een gezichtsmassage heeft invloed op je spieren in het gezicht. Om deze massage goed te kunnen uitvoeren moet je dus weten welke spieren er in het gezicht, de hals en het decolleté voorkomen.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beweging spier
Mimische spieren en skeletspieren van het gelaat hebben allemaal een verschillende oorsprong, aanhechting en werking. 
De oorsprong en aanhechting bepalen het verloop van de spier. 
Bij het samentrekken van mimische spieren beweegt de aanhechting in de richting van de oorsprong
Skeletspieren van het gelaat hebben hun oorsprong en aanhechting beide aan een beendeel.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld
Voorhoofdspier

De aanhechting gaat in de richting van de oorsprong

Wat is dan de werking van de spier?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorhoofdspier 
O: Schedelpeesblad

A: Wenkbrauwen en neuswortel

W: Trekt wenkbrauwen omhoog

Horizontale voorhoofdsrimpels


Slide 7 - Tekstslide

Musculus Frontalis
A; aan de huid van wenkbrauwen en neuswortel
Verbazing
Oorsprong:
aan het schedelpeesblad
Aanhechting:
aan de huid bij de wenkbrauwen en neuswortel
Werking:
trekt de wenkbrauwen omhoog
veroorzaakt horizontale voorhoofdsrimpels
Degeneratieverschijnselen: welke spier veroorzaakt wat?
kraaienpootjes
horizontale voorhoofdsrimpel
verticale voorhoofdsrimpel

Slide 8 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Degeneratieverschijnselen: welke spier veroorzaakt wat?
brede halsspier
bovenlipheffer
trompetspier

Slide 9 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

mondkringspier
voorhoofdsspier
wenkbrauwrimpelaar
oogkringspier

Slide 10 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mondkring
spier
Onderlip
omlaag
trekker 
lachspier
Brede 
halsspier
Kin
spier

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

slanke neusspier
lachspier
kinspier

Slide 12 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Skeletspieren van het gezicht

Deze spieren moeten goed vastzitten, omdat je voor het kauwen veel spierkracht nodig hebt.
  • Wangkauwspier
  • Slaapkauwspier

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wangkauwspier
O: Jukboog

A: Onderkaak bij de kaakhoek

W: Heft onderkaak en kaaksluiter


Slide 14 - Tekstslide

Musculus Masseter

Slaapkauwspier
O: Slaapbeen

A: Onderkaak

W: Heft onderkaak en kaaksluiter

Waaiervormige spier


Slide 15 - Tekstslide

Musculus temporalis
Waaiervorminge spier

Borstbeen – sleutelbeen - tepelspier
O: Borstbeen en sleutelbeen

A: Slaapbeen

Werking:
- Hoofd naar voren en opzij
- Hulpspier inademing

Spiervorm: eenbuikigespier  


Slide 16 - Tekstslide

Musculus sternocleidomastoideus
Twee hoofdige spier, 2 oorsprongplaatsen (borstebeen en sleutelbeen)

Tweebuikige onderkaakspier
O: Slaapbeen (tepelvormig uitsteeksel)
  
A: Onderkaak via tongbeen

Werking: Opent onderkaak en trekt tongbeen naar achteren

Spiervorm: 2-buikige spier

Antagonist: slaapkauwspier en wangkauwspier (sluiten de kaak)


Slide 17 - Tekstslide

Musculus diagstricus

Mimische spieren hechten zich aan aan het bot
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke spier veroorzaakt verticale rimpels rondom de mond?
A
Mondkringspier
B
Trompetspier
C
Lachspier
D
Mondhoekheffer

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke spier is E ?
A
slanke neusspier
B
wenkbrauwrimpelaar
C
oogkringspier
D
voorhoofdsspier

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Synergisten
Grote jukbeenspier
kleine jukbeenspier
wangkauwspier
slaapkauwspier
mondhoekheffer
bovenlipheffer

Slide 21 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Antagonisten
2 buikige kaakspier
achterhoofdsspier
Lachspier

Slide 22 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke spier is A ?
A
wandspier
B
borstbeen-sleutelbeen-tepelspier
C
slaapkauwspier
D
wenkbrauwrimpelaar

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke spier is I ?
A
borstbeen-sleutelbeen-tepelspier
B
kinspier
C
mondhoekomlaag-trekker
D
brede halsspier

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke spier is F ?
A
borstbeen-sleutelbeen-tepelspier
B
brede halsspier
C
wangkauwspier
D
halsspier

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies