2.5 Urbanisatie in Nederland

2.5: urbanisatie in Nederland
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

2.5: urbanisatie in Nederland

Slide 1 - Tekstslide

Welke vier steden vormen samen de Randstad?

Slide 2 - Open vraag

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

belangrijk zakencentrum

politiek bestuurscentrum

internationale haven en centrum van industrie

knooppunt van transport 
Amsterdam
Den Haag
Rotterdam
Utrecht

Slide 5 - Sleepvraag

Van stad naar agglomeratie
  • Vanaf de 19e eeuw is er een grote trek naar steden voor werk (verstedelijking: verhuizen van het platteland naar de stad).

  • Na 1900 werden steden steeds groter en groeiden over hun stadsgrenzen heen, ze slokte omliggende dorpen op. Hierdoor ontstaat er een agglomeratie (= aaneengesloten stedelijke bebouwing die zich over meer dan een gemeente uitstrekt).

De steden krijgen ook allemaal een eigen functie.

Slide 6 - Tekstslide

Centrale stad
Agglomeratie


 

Slide 7 - Tekstslide

Jakarta ligt op Java en telt 11 miljoen inwoners. De agglomeratie is één van de grootste ter wereld met 32 miljoen inwoners.

Slide 8 - Tekstslide

Ontwikkeling stad naar stedelijk gebied verloopt in 3 fasen:
Verstedelijking
Suburbanisatie
Vervlechting

Slide 9 - Tekstslide

Oorzaken verstedelijking na 1880:
  • Opkomst van de industrie in de steden (werk).
  • Mechanisering landbouw (minder werk op platteland.
Gevolg hoog verstedelijkings-
tempo:
  • Woondichtheid in stad neemt toe.
  • Stad slokt omringende platteland op > agglomeratie

Slide 10 - Tekstslide

De vorming van stadsgewesten en stedelijke gebieden wordt sterk gestuurd door het proces van suburbanisatie.
Oorzaken suburbanisatie:

Slide 11 - Tekstslide

Stedelijke gebieden:

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

0

Slide 14 - Video

Verzorgingsgebied

Slide 15 - Tekstslide

Voorzieningen
  • In stedelijke gebieden zijn er meer voorzieningen dan in landelijke gebieden.

  •  Drempelwaarde: het minimum aantal klanten dat nodig is om een voorziening om te kunnen blijven bestaan.
  • Reikwijdte: de afstand die je af wil leggen voor een voorziening. Je wil niet ver hoeven reizen voor een supermarkt, of bakker.
  • Het gebied waar klanten vandaan komen die gebruik maken van een voorziening, is het verzorgingsgebied. Een ziekenhuis heeft een groot verzorgingsgebied.

Slide 16 - Tekstslide

Verzorgingsgebied: gebied dat door 1 plaats wordt voorzien van goederen en diensten.

Slide 17 - Tekstslide

De eerste 5 min. werk je in stilte en zelfstandig
Lezen paragraaf 2.5 blz. 100 en 101
- Maak een mindmap van de moeilijkste paragraaf 
- Maak samenvattingsopdracht wereld (pagina 108).


Slide 18 - Tekstslide