LES 1 t/m 6 - Een gedicht schrijven



Les 1
 doel, doelgroep en tekstkenmerken
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 5-8

In deze les zitten 38 slides, met tekstslides.

Introductie

Digibordles

Onderdelen in deze les



Les 1
 doel, doelgroep en tekstkenmerken

Slide 1 - Tekstslide

Ik weet voor welke doelgroep ik ga schrijven.
Ik weet welke tekst ik ga gebruiken.
Ik weet aan welke kenmerken mijn tekst moet voldoen.

Dit ga ik leren.

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we schrijven?
Een gedicht!
Wat weten jullie hier al van?

Slide 3 - Tekstslide

Bekijk samen de video
Worden er nog meer tekstkenmerken genoemd?

Slide 4 - Tekstslide

Wat is het doel van de tekst? 

Voor wie ga je schrijven?

Slide 5 - Tekstslide

Wat wil je allemaal opschrijven in je gedicht?

Slide 6 - Tekstslide

Pas het schema aan
Eerste strofe
Derde strofe
Vierde strofe
Tweede strofe
Vijfde strofe

Slide 7 - Tekstslide

Ordenen in je aantekeningen.

Slide 8 - Tekstslide

Succescriteria
Welke lijken jou makkelijk of moeilijk?

Slide 9 - Tekstslide

De volgende les schrijven we 
een eerste versie van ons gedicht.

Slide 10 - Tekstslide

Les 2 
 Eerste versie

Slide 11 - Tekstslide

   
Ik schrijf de eerste versie van mijn gedicht.
Dit ga ik leren.

Slide 12 - Tekstslide

Pak je aantekeningen en post-its erbij!

Slide 13 - Tekstslide

Zo maak ik een 'mooie' zin.
  • Let daarbij op het ritme van je gedicht.
  • Ik wil met deze zin zeggen…/ vertellen dat…
  • Dus ik schrijf....
  • Heb ik nu gezegd wat ik wilde schrijven? 
  • Past de zin in het ritme van het gedicht? Ik stel bij door….
  • Ik moet er nog bij schrijven want dan wordt het leuker/ duidelijker/ spannender/ logischer/…
  • Mijn zin is nu:…. (schrijf op het bord).
  • Nu wil ik ook zeggen dat… dus ik schrijf.
Wil ik dat mijn gedicht rijmt?
Welk rijmschema gebruik ik?

Slide 14 - Tekstslide


  • Ik wil zeggen…
  • Dus ik schrijf…
  • Begrijpt mijn doelgroep dit?
  • Zeg ik wat ik wilde zeggen?
  • Is het mooi/ leuk/ logisch/ duidelijk genoeg?
  • Zit er een ‘ritme’ in?
Nu jullie!
Schrijf de zinnen met je schouder-maatje.

Slide 15 - Tekstslide

Het gedicht schrijven!
LET OP! Het hoeven nog geen perfecte zinnen of dialogen te zijn! Het is een eerste versie.

Slide 16 - Tekstslide

Heb je goed gewerkt? 
Ben je tevreden? Waarom? 

De volgende les gaan we feedback geven op elkaars werk.

Slide 17 - Tekstslide

Les 3 
feedback geven en krijgen

Slide 18 - Tekstslide

Ik geef feedback op een gedicht.
Ik krijg feedback op mijn gedicht.
Dit gaan we vandaag doen.

Slide 19 - Tekstslide

TIP! Het is heel handig om feedback te krijgen op iets wat je nog moeilijk vindt.
Waar wil jij graag feedback op?
Bijvoorbeeld:
Klopt het rijmschema?
Is het 'mooi' geschreven?
Zit er een ritme in de tekst?

Slide 20 - Tekstslide

Zo geef ik goede feedback, ik lees de tekst en ga na:

  1. Waar wil de schrijver feedback op?
  2. Wat vind ik van dat aspect in deze tekst?
  3. Wat is er goed aan?
  4. Wat zou ik anders doen?
  5. Ik verwoord mijn feedback vriendelijk en duidelijk zodat de ander er iets mee kan.
  6. Ik doe een voorstel voor verandering.
Zo geef ik stap voor stap goede feedback

Slide 21 - Tekstslide

Bekijk de eerste versie van een maatje en geef stap voor stap feedback.
LET OP!  Vraag aan je maatje waarop  feedback gegeven moet worden.

Slide 22 - Tekstslide



Welke feedback heb jij gegeven? 
Hoe heb je het verwoord? 

Wat vond jij (ontvanger) van de feedback? Kun je er iets mee?

Hoe ging het geven en ontvangen van feedback?

Slide 23 - Tekstslide

Les 4 
Herschrijven van je gedicht

Slide 24 - Tekstslide

Aan het eind van de les heb ik mijn gedicht herschreven.
Dit ga ik leren.

Slide 25 - Tekstslide

Zo verwerk je de gegeven feedback.
Handig! Als je de feedback verwerkt hebt, kun aan je maatje vragen of de tekst beter geworden is.
Ik doe het even voor:
  • Ik kreeg de feedback...
  • Ik heb geschreven...
  • Dus ik wil meer/ minder/ anders/ duidelijker/...
  • Ik schrijf daarom..
  • Is het nu beter vind ik?
  • Ik vraag eventueel de leerling die feedback gaf wat die ervan vindt: is dit beter vind je?

Slide 26 - Tekstslide

Neem de tijd! En lees je script nog eens goed door.
Tijd om te herschrijven!
Als je de feedback snel verwerkt hebt, kun je alvast kijken naar spelling en interpunctie. 

Slide 27 - Tekstslide

Is er een zin waar je heel trots op bent?

Slide 28 - Tekstslide

Les 5 
Het definitieve gedicht schrijven

Slide 29 - Tekstslide

Ik pas, wanneer nodig, de spelling en interpunctie aan.
Ik ga de definitieve versie van mijn gedicht schrijven.
Dit ga ik leren.

Slide 30 - Tekstslide

De leerkracht doet het voor!
Ik ga de tekst lezen en let vooral op: interpunctie/ spelling.
Ik lees denk: klopt dit?
Als het niet klopt pas ik de geleerde spellingregels toe en ga na of er goed geschreven is.
Als het niet klopt denk ik na over de interpunctie, welke regels pas ik toe?
Maak de zin kloppend.

Slide 31 - Tekstslide

Controleer je gedicht en schrijf het daarna in het net. 

Slide 32 - Tekstslide

Les 6 
Gedicht voordragen

Slide 33 - Tekstslide

Ik ga mijn gedicht op de juiste wijze voordragen.
Dit ga ik leren.

Slide 34 - Tekstslide

Welke tips voor het voorlezen van een gedicht geeft Jesse in deze video?
Bekijk samen de video

Slide 35 - Tekstslide

Oefentijd! 
timer
10:00
Oefenen maar!
Je krijgt 10 minuten de tijd om het voordragen van het gedicht te oefenen. 

Dit doe je met een maatje zodat ze elkaar tijdens het oefenen om feedback kan vragen.

Slide 36 - Tekstslide

Tijd voor de voordracht!
Kun jij de dichter op een prettige manier feedback geven?

Slide 37 - Tekstslide

Tot de 
volgende keer!

Slide 38 - Tekstslide