Herhaling Bloedneus

Bloedneus 
- Zelfstandig werken
- Bloedneus
- Je hebt 10 minuten de tijd om de opdrachten te maken.
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Bloedneus 
- Zelfstandig werken
- Bloedneus
- Je hebt 10 minuten de tijd om de opdrachten te maken.

Slide 1 - Tekstslide

Bloedneus herhaling
Pak je aantekeningen van bloedneus erbij en lees ze goed door.

Slide 2 - Tekstslide

Als iemand een bloedneus heeft doordat hij zijn neus heeft gestoten moet hij eerst zijn neus goed snuiten.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quizvraag

Hoe lang moet je je neus minimaal dichtknijpen bij een bloedneus?
A
3 minuten
B
4 minuten
C
5 minuten
D
10 minuten

Slide 4 - Quizvraag

Bij een bloedneus kan er maar bloed komen uit één neusgat
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Wat van onderstaande antwoorden doe je NIET bij een bloedneus?
A
Bel altijd 112
B
10 minuten dichtknijpen
C
Handschoenen aantrekken
D
Hoofd achterover

Slide 6 - Quizvraag

Bij een bloedneus houd je het hoofd voorover.
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Wat is er fout?
Als iemand een bloedneus heeft dan...
A
laat je hem zitten in schrijfhouding
B
knijp je zijn neus 10 minuten dicht onder het tussenschot
C
als het bloeden stopt laat je hem zachtjes snuiten
D
moet je hem eerst gerust stellen

Slide 8 - Quizvraag

Op welke plaats knijp je je neus dicht bij een bloedneus?
A
Op het smalste punt van je neus
B
Het maakt niet uit waar je je neus dichtknijpt.
C
Vlak onder je neusbeen
D
Je mag de neus niet dichtknijpen.

Slide 9 - Quizvraag

Wat moet je doen als de bloedneus niet wil stoppen met bloeden?
A
Naar de huisarts bellen
B
Naar het ziekenhuis bellen
C
Blijven volhouden met dichtknijpen
D
niks

Slide 10 - Quizvraag

Wat doen bloedverdunners?
A
Die zijn gemaakt om de kans op bloedneuzen te verkleinen.
B
Die zorgen dat een bloedneus stopt.
C
Die zorgen dat het bloed dun wordt.
D
Die zorgen dat het bloed minder snel stolt.

Slide 11 - Quizvraag

Janneke heeft bij gymnastiek een bal op haar neus gekregen, ze heeft een bloedneus. Mag ze de neus snuiten?
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quizvraag