In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Introductieles 2024-2025
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Du machst seit einer Woche ein Praktikum (stage) in einer deutschen Firma. Dieser jungen Mann ist dein Chef. Du willst ihn um einige Informationen bitten. Sagst du "du" oder "Sie zu ihm?
A
du
B
Sie
Slide 4 - Quizvraag
Kombiniere Wort und Bild. Es bleiben zwei Wörter übrig.
Abendbrot
Weihnachtsmarkt
Fachwerkhaus
Naturliebe
Adidas
Oktoberfest
Romantik
Schrebergarten
Schultüte
Slide 5 - Sleepvraag
in Deutschland oder in den Niederlanden?
Hier gibt es Schulen, wo man als Pflichtfach ein Instrument lernt.
A
Deutschland
B
Niederlande
Slide 6 - Quizvraag
Dein Onkel ist mit einer Deutschen verheiratet. Du triffst die beiden beim Karneval. Wie redest du deine deutsche Tante an? Mit "du" oder "Sie"?
A
du
B
Sie
Slide 7 - Quizvraag
Come on... lets go party! Wie sagt man das auf Deutsch?
A
Come on, lets go party
B
Los geht's, auf die Party
C
Jetzt geht's los!
D
Leute, die Party geht los
Slide 8 - Quizvraag
Wie gaf er in vorig jaar september een concert in het Gelredome?
A
Nena
B
Marianne Rosenberg
C
Immer Hansi
D
Helene Fischer
Slide 9 - Quizvraag
Je bent drie dagen in Dresden op vakantie en gaat naar het informatiecentrum om informatie over hotels te vinden. Je vraagt: "Haben Sie für mich ....... ein paar Informationen über Hotels in Dresden? Welk woord kun je het beste na 'mich' gebruiken?
A
bitte
B
danke
C
jetzt
D
schnell
Slide 10 - Quizvraag
Welche Aussage (uitspraak) über Jodeln stimmt (klopt)?
A
Jodelteksten bestaan eigenlijk uit echte woorden
B
Jodelen is in de bergen ontstaan als vorm van communicatie
C
Het wereldrecord jodelen heeft Andrea Wittmann. 15 uur ononderbroken jodelen
D
Alle leerlingen in Oostenrijk leren het jodelen op school
Slide 11 - Quizvraag
Hoe heet de zanger van het origineel?
A
Frans Bauer
B
Frans Duijts
C
Marco Schuitmaker
D
Wesly Bronkhorst
Slide 12 - Quizvraag
Hoe zeg je 'zachtjes' in het Duits?
A
sanft
B
leise
C
hart
D
locker
Slide 13 - Quizvraag
Welchen Schlittschuh braucht man beim Eiskunstlaufen?
A
B
C
D
Slide 14 - Quizvraag
Du siehst hier die Skisprungschanze in Garmisch-Partenkirchen.
Welcher Berg liegt direkt in der Nähe dieser Schanze?
A
der Brocken
B
der Großglockner
C
die Zugspitze
D
Winterberg
Slide 15 - Quizvraag
Was ist die Übersetzung (vertaling) von 'Frühling'?
A
Vroeg opstaan
B
Zomer
C
Lente
D
Ontbijt
Slide 16 - Quizvraag
Wat zingen ze in het refrein? (Nederlandse vertaling)
A
We zijn er weer!
B
We zijn op school!
C
We zijn binnen!
D
We zijn op het feest!
Slide 17 - Quizvraag
Du ______ (machen) Musik.
A
machst
B
machest
C
macht
D
machet
Slide 18 - Quizvraag
_______ Musik magst du?
A
Was
B
Wie
C
Welche
D
Wohin
Slide 19 - Quizvraag
Eva _______ Musik.
A
hören
B
hört
C
hörst
Slide 20 - Quizvraag
Die Musik (sein) ...... schrecklich
A
sein
B
bin
C
sind
D
ist
Slide 21 - Quizvraag
Liegen die Deutschen lieber in der Badewanne oder stehen sie lieber unter der Dusche?