Nederland na de Koude Oorlog: populisme en Pim Fortuyn

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

6.4 Nederland na de Koude Oorlog

onderwerp van vandaag: 
populisme & de Nederlandse identiteit

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
  • Multiculturele samenleving 
  • Kort filmpje
  • Uitleg populisme 
  • Wie was Pim Fortuyn?
  • Aan de slag

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je kan uitleggen wat populisme betekent.

  • Je kan uitleggen wat het verband is tussen ontevredenheid en/of angst in de samenleving en de opkomst van populisme. 

  • Je kan twee voorbeelden noemen van populistische politici.

Slide 4 - Tekstslide

Multiculturele samenleving
  • Vanaf 1960 kwamen voor het eerst grote groepen mensen van buiten Europa naar Nederland: arbeidsmigranten.
  • Zo werd Nederland een multiculturele samenleving: een samenleving waarin mensen met verschillende culturen  en geloven samenwonen

Slide 5 - Tekstslide

Multiculturele samenleving?

  • Vanaf de jaren '80 blijkt het beeld van de multiculturele samenleving waarin groepen mensen van verschillende culturen gelijkwaardig met elkaar samenleven, steeds vaker niet te kloppen.
  • Verschillende groepen leven eerder náást elkaar dan mét elkaar.
  • Sommige politici en kiezers vinden hierom dat het idee van een multiculturele samenleving in Nederland is mislukt.


Tot aan het eind van 20e eeuw stond het kritisch zijn op de multiculturele samenleving gelijk aan racisme. Hoewel sommige groepen allochtonen zorgden voor problemen, deed de overheid daar weinig aan. De meeste politici ontkenden deze problemen zelfs en wie er wél iets van zei, werd beschuldigd van discriminatie.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Populisme
  • Vanaf de jaren '90 verliezen mensen het vertrouwen in de politieke partijen die de macht hebben omdat ze maatschappelijke problemen niet kunnen oplossen
  • Deze groep gaat stemmen op nieuwe populistische politieke partijen, die oplossingen beloven. 
  • Populistische leiders zeggen te doen wat 'het volk' wil. 


Ofwel: populisten komen op voor 'het volk' en zetten zich af van de huidige machthebbers. Ze spelen in op de kiezers die geen vertrouwen meer hebben in de zittende politieke machthebbers.
Populistische politici worden soms in korte tijd heel populair. Maar als later blijkt dat ze hun beloftes niet kunnen waarmaken, raken zij die populariteit snel weer kwijt. Enkele jaren later komt er dan weer een andere populistische partij die opnieuw de mooiste beloftes doet.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Pim Fortuyn
  • Pim Fortuyn wordt in 2001 leider van de nieuwe partij Leefbaar Nederland. 
  • Vooral over de islam en immigratie is hij erg kritisch. Hij zei dat hij het opneemt voor de ‘gewone’ mensen die door de politiek in de steek zijn gelaten. 
  • Fortuyn wordt snel erg populair, maar in 2002, vlak voor de verkiezingen, wordt hij vermoord.

Met de opkomst van Pim Fortuyn begin 2000 is het populisme in Nederland groter geworden. 
Andere voorbeelden van populisten zijn Geert Wilders of Thierry Baudet.


Slide 14 - Tekstslide

https://schooltv.nl/video-item/waarom-was-pim-fortuyn-zo-populair

Slide 15 - Tekstslide

In het kort:
  • Populisten zetten zich af tegen de zittende machthebbers en zeggen vertegenwoordigers te zijn van het volk.
  • De populistische kiezer voelt zich onbegrepen en wantrouwt de zittende machthebbers. Populisten weten hierop in te spelen.
  • Populisme is niet alleen iets rechts, het kan ook door linkse partijen worden ingezet.
  • Pas met de opkomst van Pim Fortuyn begin 2000 is populisme in Nederland groter geworden.



Slide 16 - Tekstslide

De Nederlandse identiteit

Door de komst van het internet en globalisering is steeds minder duidelijk wat  de Nederlandse identiteit is. Hierdoor ontstaat er een maatschappelijke discussie.

Bestaat de nationale identiteit uit gedeelde waarden en normen, geschiedenis, taal of???

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Zelf aan de slag!
7.1 t/m 11B

Slide 19 - Tekstslide