H3 Vergelijkingen oefenen
Los de vergelijking op:
3a - 9 = 5a - 4
1 / 16
Onderdelen in deze les
Los de vergelijking op:
3a - 9 = 5a - 4
Slide 1 - Open vraag
Los de vergelijking op:
7a - 5 = -3a + 7
Slide 2 - Open vraag
Los de vergelijking op:
-4a - 1 = -1 + 7a
Slide 3 - Open vraag
Joost spaart voor een telefoon van €380. Hij spaart volgens de formule:
spaarbedrag in € = 30 + 25t (t: tijd in maanden)
Schrijf de vergelijking op die hierbij hoort en los hem op.
Slide 4 - Open vraag
Wanneer zijn de kaarsen even lang.
Schrijf de vergelijking op die hierbij hoort.
Slide 5 - Open vraag
Los de vergelijking op:
28 - 4t = 44 - 6t
Slide 6 - Open vraag
De oplossing is t=8
wat betekent dit?
Slide 7 - Open vraag
Hoe lang zijn de kaarsen na 8 uur?
Slide 8 - Open vraag
Julia heeft een bijbaan en verdient €113 in een week.
Ze verdient volgens de formule:
inkomsten in € = 15 + 3,50t (t: tijd in uren)
Schrijf de vergelijking op die hierbij hoort en los hem op.
Slide 9 - Open vraag
Los de vergelijking op:
5 - t = 60
Slide 10 - Open vraag
Los de vergelijking op:
7t + 5 = -3t - 15
Slide 11 - Open vraag
Los de vergelijking op:
5t - 4 = -t + 8
Slide 12 - Open vraag
Wanneer kosten de hutten evenveel. Schrijf de vergelijking op die hierbij hoort.
Slide 13 - Open vraag
25 + 65t = 40 + 62t
Los de vergelijking op.
Slide 14 - Open vraag
Wat betekent de oplossing
t=5?
Slide 15 - Open vraag
Hoe lang zijn de kaarsen na 5 uur?
