Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Di 16 mei Zinsdelen
Di 16 mei Zinsdelen
1 / 19
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
In deze les zitten
19 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Di 16 mei Zinsdelen
Slide 1 - Tekstslide
Zinsdeel
Een zin bestaat uit
zinsdelen
.
Een
zinsdeel
kan uit
één woord
bestaan, maar ook uit
twee of meer woorden.
Eén zinsdeel ken je al ;-):
het werkwoordelijk gezegde
.
Slide 2 - Tekstslide
Zinsdelen
Verdeel de zin in zinsdelen.
Zet een schuine streep ( / ) tussen de zinsdelen.
Verdeel / de zin / in zinsdelen
Slide 3 - Tekstslide
Zinsdelen
Het
onderwerp [ow]
en de
persoonsvorm [pv]
zijn zinsdelen.
Jan
|
heeft
|
vorige week
|
een film
|
gekeken.
ow
|
pv
|
vorige week
|
een film
|
gekeken.
Het
werkwoordelijk gezegde [wg]
is ook een zinsdeel.
Slide 4 - Tekstslide
Zinsdelen
Hoeveel zinsdelen heeft de zin?
'Wanneer heb ik vakantie ?
A
4 zinsdelen
B
5 zinsdelen
C
3 zinsdelen
D
6 zinsdelen
Slide 5 - Quizvraag
Grammatica - Zinsdelen
Een zin | bestaat | uit zinsdelen.
Alles wat voor de persoonsvorm staat of
kan
staan is 1 zinsdeel.
Slide 6 - Tekstslide
zinsdelen
Hierna komen een paar zinnen. Zet streepjes tussen de zinsdelen.
Doe het zo:
Ik / zet / streepjes / tussen de zinsdelen.
Slide 7 - Tekstslide
Zinsdelen
Zinnen bestaan uit zinsdelen.
Persoonsvorm en onderwerp ken je al.
Het gezegde is ook een zinsdeel.
Slide 8 - Tekstslide
Wat zijn zinsdelen?
Een zin bestaat uit zinsdelen.
Een zinsdeel kan bestaan uit één woord, maar ook uit een paar woorden die bij elkaar horen.
Belangrijk: de persoonsvorm is altijd het
eerste
zinsdeel dat je bepaalt!
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Video
Zinsdelen
Hoeveel zinsdelen heeft de zin?
'Hij eet een appel.'
A
3 zinsdelen
B
2 zinsdelen
C
4 zinsdelen
D
1 zinsdeel
Slide 11 - Quizvraag
zinsdeel 1
zinsdeel 2
zinsdeel 3
Mijn
vriend
eet
een
broodje
kroket
Slide 12 - Sleepvraag
Maak zinsdelen en sleep ze naar de juiste plek.
Zinsdeel 1
Zinsdeel 2
Zinsdeel 3
Zinsdeel 4
Zinsdeel 5
Ik
maak
straks
mijn
opdrachten
wel
Slide 13 - Sleepvraag
Opdracht: geef aan welke woorden bij hetzelfde zinsdeel horen. Begin vooraan in de zin (ik = zinsdeel 1).
Zinsdeel 1
Zinsdeel 2
Zinsdeel 3
Zinsdeel 4
Zinsdeel 5
Ik
vind
dit
onderdeel
van
Nederlands
leuk
Slide 14 - Sleepvraag
Maak zinsdelen en sleep ze naar de juiste plek.
Zinsdeel 1
Zinsdeel 2
Zinsdeel 3
Zinsdeel 4
Zinsdeel 5
Niet
iedereen
kan
een
prijs
winnen
vandaag
Slide 15 - Sleepvraag
Zinsdeel 1
Zinsdeel 2
Zinsdeel 3
Zinsdeel 4
Vrijdag
gaat
de
kat
naar
de
dierenarts.
Slide 16 - Sleepvraag
zinsdeel 1
zinsdeel 2
zinsdeel 3
zinsdeel 4
zinsdeel 5
Joris
ging
gisteren
op
de
fiets
naar
voetbal
Slide 17 - Sleepvraag
zinsdeel 1
zinsdeel 2
zinsdeel 3
zinsdeel 4
zinsdeel 5
Larissa
gaat
morgen
op
de
fiets
naar
school
Slide 18 - Sleepvraag
Huiswerk voor ma 22 mei
Maken opdr. 7 en 8 blz. 221/222
Zinsdelen.
Grammatica blok 5
Slide 19 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Zinsdelen
6 dagen geleden
- Les met
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Zinsdelen
April 2024
- Les met
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Zinsdelen
Oktober 2024
- Les met
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Di 16 mei Zinsdelen
September 2023
- Les met
29 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Zinsdelen herhaling
Juni 2024
- Les met
37 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Zinsdelen
September 2024
- Les met
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Zinsdelen herhaling
Oktober 2024
- Les met
47 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Grammatica - Gezegde
Januari 2023
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1