Zugspitze M2, Schritt 18 les 3 pers.vnw in de 4e naamval

Willkommen, heute ist Dienstag
der 9. Mai 2023
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Willkommen, heute ist Dienstag
der 9. Mai 2023

Slide 1 - Tekstslide

Lernziel(e)
Kan ik het persoonlijk voornaamwoord in de 1e en de 4e  naamval vervoegen.





Slide 2 - Tekstslide

Programm 

1.   Was haben wir in der letzten Stunde gemacht? 
2.   Huiswerk nakijken
3.   Herhaling nieuwe grammatica Schritt 18
4.  Zelfstandig aan opdrachten werken..
5.  Kijkvaardigheidsopdracht.



Slide 3 - Tekstslide

Was haben wir in der letzten Stunde gemacht?
Was haben wir in der letzten Stunde gemacht?

Slide 4 - Tekstslide

Nu gaan we oefenen!
Nu gaan we gezamenlijk het werk nakijken!

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Het persoonlijk voornaamwoord.
  1. Een persoonlijk voornaamwoord is een woord dat in de plaats komt van een zelfstandig naamwoord of een eigennaam waarmee een persoon of zaak wordt aangeduid.

Slide 7 - Tekstslide

Welke persoonlijke voornaamwoorden kennen wij?

1. in het Nederlands?
2. in het Duits?

Slide 8 - Tekstslide

Wanneer gebruik je welke naamval?
  1. de eerste naamval als het pers. vnw een onderwerp is
  2. de vierde naamval als het pers.vnw. een lijdend voorwerp is. 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Üben 
Was: Aufgabe 5 + 8
Wie: 5 minuten in stilte, daarna zachtjes overleggen
Hilfe:  boek - buurman   
Zeit: 15 Minuten
Resultat: alle opdrachten zijn klaar!
Fertig: opdrachten nakijken 
timer
15:00

Slide 12 - Tekstslide

Let op!

5 + 8

Alle opdrachten die je niet af hebt kunnen maken, zijn huiswerk voor de volgende les! 

Slide 13 - Tekstslide

Luistervaardigheid 
Aufgabe 12

Slide 14 - Tekstslide

Zelfstandig aan het werk

1. Maak Aufg. 5 

Ben je klaar?  Begin dan aan Opgave 8

Slide 15 - Tekstslide

Hausaufgaben für nächste Woche, 

1.  Leren: persoonlijk vnw in de 1e en 4e naamval
2. Maak Aufgabe 5 + 8



Slide 16 - Tekstslide