In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Diabetes mellitus
Slide 1 - Tekstslide
Inhoud les
- Voorkennis testen
- Anatomie van het lichaam
- Wat is diabetes
- Type 1
- Type 2
- Behandeling
- Hyper versus hypo
- Aan de slag, stap 4
Slide 2 - Tekstslide
Lesdoelen
Aan het eind van de les ben je in staat om:
- Diabetes Type 1 en type 2 te herkennen,
- Symptomen benoemen
- Weet je hoe je moet inspelen op signalen van cliënten bij een hyper of hypo.
Slide 3 - Tekstslide
Wat is de officiële benaming voor suikerziekte?
A
Diabetes Type 1
B
Diabetes Type 2
C
Diabetes Naxon
D
Diabetes Mellitus
Slide 4 - Quizvraag
Bij welke van onderstaande antwoorden spreken we van ouderdomsdiabetes?
A
Diabetes type 1
B
Diabetes type 2
Slide 5 - Quizvraag
Welk type diabetes is insulineafhankelijk?
A
Type 1
B
Type 2
Slide 6 - Quizvraag
Anatomie van het lichaam
Alvleesklier:
- ligt links achter/onder de maag
2 hoofdfuncties:
1. maakt insuline aan
2. helpt bij de spijsvertering
- geeft insuline af aan het bloed
- eilandjes van Langerhans
(daar wordt de insuline gemaakt)
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Welk orgaan maakt insuline aan?
A
alvleesklier
B
milt
C
lever
D
galblaas
Slide 9 - Quizvraag
Anatomie van het lichaam
Insuline: hormoon dat een rol speelt bij de glucosewaarde. Een tekort of geen aanmaak hiervan, leidt tot diabetes. Wordt aangemaakt in de alvleesklier.
Glucagon: wordt aangemaakt in de alvleesklier. Verhoogt de bloedsuikerspiegel als deze daalt.
Slide 10 - Tekstslide
Wat is diabetes?
- Andere naam: suikerziekte
- Lichaam kan niet zelf de bloedsuiker in stand houden:
- Maakt helemaal geen insuline meer aan of gedeeltelijk
- Hormoon insuline --> glucagon
- Suiker kan niet als brandstof worden gebruikt
Slide 11 - Tekstslide
Hoe krijg je diabetes?
Ruim 800.000 mensen hebben diabetes!
9 op de 10 heeft type 2.
Ongezonde leefstijl
Verminderde lichaamsbeweging
Overgewicht
Erfelijkheid/ aanleg
Slide 12 - Tekstslide
Begrippen
Insuline --> hormoon dat de glucosewaarde bepaalt.
Worden gemaakt in de Eilandjes van Langerhans.
Glucose --> brandstof, uit koolhydraten of voeding
Glucagon --> hormoon dat wordt gemaakt in de alvleesklier, verhoogt glucose in het bloed.
Slide 13 - Tekstslide
Hoeveelheid suiker in het bloed
Hormoon dat ervoor zorgt dat glucose wordt omgezet in glycogeen
Ziekte door problemen bij de productie van en/of reactie op insuline
Belangrijkste suiker in het bloed
Hormoon dat glycogeen wordt omgezet in glucose
glucosegehalte
insuline
diabetes
glucose
glucagon
Slide 14 - Sleepvraag
Type 1
- 1 op de 10 mensen heeft type 1
- Lichaam (alvleesklier) maakt helemaal zelf geen insuline meer aan.
- Afweersysteem vernielt cellen die insuline aanmaken
Slide 15 - Tekstslide
Type 2
- Ouderdomsdiabetes in de volksmond
- 9 op de 10 mensen
- Lichaam (alvleesklier) maakt gedeeltelijk geen insuline meer aan.
- Teveel suiker in het bloed.
- Meestal is alleen medicatie voldoende, soms insuline spuiten noodzakelijk.
Slide 16 - Tekstslide
Wanneer maakt de alvleesklier helemaal geen insuline meer aan
A
diabetes type 1
B
diabetes type 2
C
bij beiden
D
bij geen van deze antwoorden
Slide 17 - Quizvraag
Benoem een aantal symptomen waaraan je diabetes kunt herkennen.
Slide 18 - Open vraag
Behandeling
- Genezing nog (niet) mogelijk!
- Gezond eten
- Behandeling met medicijnen
- Behandeling met insuline
Slide 19 - Tekstslide
Behandeling
Slide 20 - Tekstslide
Hyper versus hypo
Meten is weten!
Hyper = te hoog
Hypo = te laag
Slide 21 - Tekstslide
Hyper
Bloedsuiker vanaf 10
- veel urineren
- veel dorst hebben en houden
- vermoeid zijn
- plotselinge humeurigheid, snel boos worden
- misselijk zijn of overgeven
- alles voelt vervelend
Slide 22 - Tekstslide
Hypo
Bloedsuiker onder de 4:
- zweten
- trillen
- duizelig zijn
- plotseling wisselend humeur (opeens boos worden bijvoorbeeld) ongeconcentreerd zijn