In de semi-periferielanden is veel industrie door het centrum. Ze verplaatsen dit naar
lagelonenlanden. Hier komen veel grondstoffen, halffabricaten én eindproducten vandaan. Zo komen er veel elektronische producten uit landen als India en China. Deze landen kunnen voor een lage prijs veel produceren. De arbeidskosten zijn hier duurder dan in periferielanden, maar goedkoper dan in de centrumlanden.
Een gevolg van dit proces is dat semi-periferielanden steeds rijker worden, doordat ze veel geld verdienen met de productie van goederen. Periferielanden die geen grondstoffen hebben die ze kunnen verkopen, blijven arm. Centrumlanden hebben hun industrie zien verdwijnen, maar verdienen nog steeds geld aan hoogwaardige goederen waar veel kennis voor nodig is, zoals medische apparatuur.