Themadag

Themadag duurzaamheid

1. Jouw voetafdruk op aarde
2. Duurzaamheid
3. Reduce, Reuse, Recycle
4. Opdracht (kiezen)
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeBasisschoolGroep 7

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 240 min

Onderdelen in deze les

Themadag duurzaamheid

1. Jouw voetafdruk op aarde
2. Duurzaamheid
3. Reduce, Reuse, Recycle
4. Opdracht (kiezen)

Slide 1 - Tekstslide

Ecologische voetafdruk

Hoeveel vierkante meter op aarde we gebruiken per jaar per persoon. 
Heeft te maken met: Wat je koopt, wat je eet, hoe je reist en hoe je woont.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Link

Is jouw voetafdruk groter of kleiner dan 5.0 hectare?
groter
kleiner

Slide 4 - Poll

We leven op te grote voet. De mensheid gebruikt meer van de aarde dan zij kan opbrengen.

Als iedereen op de wereld zou leven zoals de gemiddelde Nederlander, zou er een tweede aardbol nodig zijn.

Slide 5 - Tekstslide

Wat is duurzaamheid?

Slide 6 - Woordweb

Duurzaamheid
- Woordenboek: 
duur·zaam (bijvoeglijk naamwoord; duurzamer, duurzaamst; duurzaamheid)

1. geschikt, bestemd om lang te bestaan

Slide 7 - Tekstslide

Duurzamer leven.
Per persoon verbruiken we veel aarde. 
Duurzamer leven betekent:
  • leren méér te doen met minder verbruik van grondstoffen;
  • leren méér te doen met minder energiegebruik;
  • leren méér te doen met minder afval en uitstoot van schadelijke stoffen, zoals broeikasgassen;
  • hergebruik (recycling, kringloop);
  • behoud van natuur en ecosystemen.





Slide 8 - Tekstslide

Wat is duurzame ontwikkeling?
Duurzame ontwikkeling is 'een ontwikkeling die voorziet in de behoefte van de huidige generatie zonder daarmee voor toekomstige generaties de mogelijkheden in gevaar te brengen om ook in hun behoeften te voorzien'.

Slide 9 - Tekstslide

Duurzame ontwikkelingen:
Wat is nu een duurzame ontwikkeling, bijvoorbeeld:
- Duurzame energie opwekken: fossielvrije waterstof, Windenergie
- Reduce, Reuse, Recycle

Slide 10 - Tekstslide

Reduce, Reuse, Recycle.
Reduce: Koop geen spullen die je niet nodig hebt. En wanneer je die vaatwasser, grasmaaier of vriezer koopt, schaf dan het meest efficiënte model aan.
Re-use: Koop gebruikte artikelen en haal het laatste gebruik uit alles wat je bezit.
Re-cycle: Doe het maar weet dat het het laatste is wat je moet doen uit deze triple R. (Uiteindelijk resulteert recycling in het maken van weer meer zaken).

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Scheid je thuis plastic of gooi je het bij het andere afval?
1. Wij scheiden thuis het plastic afval wel.
2. Wij scheiden thuis het plastic afval niet.

Slide 13 - Poll

Welk product duur het langste voordat hij helemaal is verdwenen (afgebroken)?
A
Plastic tas
B
Plastic tandenborstel
C
Plastic rietje
D
Plastic flesje

Slide 14 - Quizvraag

Hoeveel jaar doet een tandenborstel er over voordat hij helemaal is verdwenen (afgebroken)?
A
1 jaar
B
500 jaar
C
20 jaar
D
250 jaar

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Opdrachten (kiezen)
- Recycled Park (recycle opdracht: schetsen en knutselen)
- Relatiegeschenk (recycle opdracht: schetsen en knutselen)
- Ontwikkelplan school (verslag vorm)

Inleveren: op teams door middel van een foto's/documenten

Slide 17 - Tekstslide