240926 spelling §5 + lezen §2

Welkom M1a!
Deze spullen heb ik nodig:

  • werkboek
  • schrift
  • etui
  • iPad
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Welkom M1a!
Deze spullen heb ik nodig:

  • werkboek
  • schrift
  • etui
  • iPad

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Vrij lezen (10 min)
  • Meer dan lezen §2: onderwerp (20 min)
  • Spelling §4 nakijken (10 min)
  • Spelling §5: verkleinwoorden uitleg + zelf oefenen (20 min)
  • Lesafsluiting (5 min)

Slide 2 - Tekstslide

Vrij lezen
timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Flexuur lezen
Donderdag het eerste uur.

Boekentips uitwisselen, zelf lezen en kennismaken met nieuwe boeken!

Slide 4 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Vrij lezen (10 min)
  • Meer dan lezen §2: onderwerp (30 min)
  • Spelling §4 nakijken (10 min)
  • Spelling §5: verkleinwoorden uitleg + zelf oefenen (20 min)
  • Lesafsluiting (5 min)

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoel lezen §1 + 2

  1. Ik kan de betekenis van moeilijke woorden ontdekken door een woordraadstrategie te gebruiken.

  2. Ik kan het onderwerp van een tekst bepalen.

Slide 6 - Tekstslide

Leerdoel lezen §2
Ik kan het onderwerp van een tekst bepalen.


Onderwerp = In een paar woorden geef je aan waar een tekst over gaat. Dit doe je zo kort mogelijk. Het hoeft géén hele zin te zijn.

Slide 7 - Tekstslide

Lezen §2
Het onderwerp van een tekst.

Lees niet snel, maar slim!

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Oriënterend lezen

Slide 10 - Tekstslide

Het onderwerp van een tekst
A
Vind je door te vragen: wie/wat + persoonsvorm?
B
Geeft in het kort aan waar een tekst over gaat.
C
Vind ik door een tekst helemaal van A-Z te lezen.
D
Geeft in een hele zin aan waar een tekst over gaat.

Slide 11 - Quizvraag

Het onderwerp van een tekst bestaat uit
A
Een hele zin.
B
Maximaal 5 woorden.

Slide 12 - Quizvraag

Als ik een tekst oriënterend lees, dan
A
kijk ik naar de titel, plaatjes, tussenkopjes en dikgedrukte woorden.
B
kijk ik naar de eerste en laatste regel van elke alinea.
C
kijk ik naar de hele tekst.
D
kijk ik naar de titel.

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Link

Wat is het onderwerp van deze tekst?
A
Gemeente Amsterdam niet te spreken over Ajax-rellen: 'Ongelofelijk triest'
B
Rellen door Ajax-fans
C
Ajax-fans protesteren tegen politiestakingen
D
Politiebureau in Amsterdam is belaagd door supporters van Ajax.

Slide 15 - Quizvraag

Oefenen
We bekijken samen opdracht 2 (blz. 16) en lezen de bijbehorende teksten.

Daarna maak je opdracht 2 zelfstandig.

Hoe: alleen
Nodig: werkboek, pen, schrift
Klaar: Werk vast verder aan opdracht 3 of lees uit je boek

timer
10:00

Slide 16 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Vrij lezen (10 min)
  • Meer dan lezen §2: onderwerp (30 min)
  • Spelling §4 nakijken (10 min)
  • Spelling §5: verkleinwoorden uitleg + zelf oefenen (20 min)
  • Lesafsluiting (5 min)

Slide 17 - Tekstslide

Huiswerk nakijken
Spelling §4 (blz. 234) opdracht 1, 2, 3.1 en 4.

Als je de opdracht beheerst dan schrijf je een  =)

Als je de opdracht nog niet beheerst dan schrijf je een =(

Slide 18 - Tekstslide

Opdracht 2
Opdracht 2

  1.  paarden
  2. kalenders
  3. dieven
  4. dozen
  5. bankiers
  6. raven
7.  bossen
8. doelen
9. tonen
10. buizen
11. stemmen
12. beren

Slide 19 - Tekstslide

Opdracht 3
-s blijft -s
-s wordt -z
dansen
ganzen
kaarsen
laarzen
kersen
lenzen
mensen
verzen

Slide 20 - Tekstslide

Opdracht 4
Opdracht 4

  1.  personen
  2. boeren
  3. stoffen - edelstenen - motieven
  4. mannen
  5. beenkappen
  6. hoofden - schouders
7.  tunieken
8. ouders
9. mensen - kostuums - pakken - materialen
10. mantels - capes
11. gaatjes
12. jurken - rokken - enkels - dames

Slide 21 - Tekstslide

Beoordeel jezelf
Heb je de leerdoelen behaald? 





Ja > smiley
Nee > sad face + inschrijven flexuur Nederlands

Slide 22 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Vrij lezen (10 min)
  • Meer dan lezen §2: onderwerp (30 min)
  • Spelling §4 nakijken (10 min)
  • Spelling §5: verkleinwoorden uitleg + zelf oefenen (20 min)
  • Lesafsluiting (5 min)

Slide 23 - Tekstslide

Leerdoel

Ik kan verkleinwoorden spellen.

Slide 24 - Tekstslide

Verkleinwoorden?
  • Ik schrijf ze zoals ik ze hoor!

  • Bloem - bloemetje
  • Muis - muisje
  • Pop - poppetje
  • steel - steeltje 
  • Koning - 

Slide 25 - Tekstslide

Lesafsluiting
  • Hoe schrijf ik het verkleinwoord van 'schoen'?
  • Wat was nieuw voor jou?
  • Wat vond je goed gaan bij jezelf?

Slide 26 - Tekstslide

Oefenen

Maak van spelling §5 opdracht 1, 2, 3, 4 en 7 (blz. 236).
Dit maak je in je schrift!

Hoe: alleen
Nodig: werkboek, pen, schrift
Klaar: Heb je Meer dan lezen §2 > opdracht 2 + 3 al af? Lees dan uit je boek!

timer
10:00

Slide 27 - Tekstslide

Volgende les:
  • Spelling §1-5 herhalen
  • Meer dan lezen §2: onderwerp > opdracht 

Huiswerk:
Maak van spelling §4 opdracht 1, 2, 3.1 en 4 (blz. 234).
Meer dan lezen §2 > opdracht 2


Slide 28 - Tekstslide