V5 Herhaling H28-30

Herhaling H28-30
Oefenvragen
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Herhaling H28-30
Oefenvragen

Slide 1 - Tekstslide

H28

Slide 2 - Tekstslide

De economische voorraad is in het bedrijf aanwezig en kun je tellen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quizvraag

Bereken de economische voorraad: In het magazijn 220 producten, er zijn 50 producten besteld maar nog niet ontvangen en er zijn 30 producten verkocht, maar nog niet verzonden.
A
300
B
200
C
240
D
140

Slide 4 - Quizvraag

Als een onderneming verwacht de de inkoopprijs van een product gaat dalen, dan:
A
Gaat ze nu minder verkopen
B
Gaat ze nu meer verkopen
C
Gaat ze nu zo min mogelijk inkopen
D
Gaat ze nu zo veel mogelijk inkopen

Slide 5 - Quizvraag

Bij het lifo-systeem worden de verkochte goederen afgeboekt tegen de:
A
Laatst ingekochte partij
B
Langst aanwezige partij
C
Duurst ingekochte partij
D
Goedkoopst ingekochte partij

Slide 6 - Quizvraag

Hoe wordt de vaste verreken prijs (vvp) bepaald?

Slide 7 - Open vraag

H29

Slide 8 - Tekstslide

(A-r)/n wordt gebruikt om de afschrijving te berekenen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Bereken het arbeidsuurtarief:
Pieter werkt 40 uur per week, hiervan is 80% productief. De loonkosten van het bedrijf zijn €3.200 per maand.

Slide 10 - Open vraag

Welke belasting is geen kostenpost?
A
Onroerendezaakbelasting
B
Assurantiebelasting
C
Winstbelasting
D
Omzetbelasting

Slide 11 - Quizvraag

Bereken de afschrijvingskosten. Uitgave om machine te kopen €200.000. De installatiekosten zijn €15.000. De restwaarde is €15.000. De sloopkosten bedragen €5.000.
De levensduur bedraagt 5 jaar.

Slide 12 - Open vraag

H30

Slide 13 - Tekstslide

Een ondernemer koopt een tafel in voor €2.420,- incl. btw. De inkoopprijs wordt verhoogd met 40%. Wat is de consumentenprijs (incl. btw).
A
€3.388,-
B
€3.238,59
C
€6.050,-
D
€4.099,48

Slide 14 - Quizvraag

Een ondernemer koopt een tafel in voor €2.420,- incl. btw. De inkoopprijs wordt verhoogd met 40%. Wat is de consumentenprijs (incl. btw).
A
€3.388,-
B
€3.238,59
C
€6.050,-
D
€4.099,48

Slide 15 - Quizvraag

Omzetbelasting is een inkomstenbron voor de:
A
Winkeliers
B
Overheid
C
Fabrikanten
D
De Koning

Slide 16 - Quizvraag

Inkoopprijs van een Magnum is €0,55 per stuk. De verkoopprijs bedraagt €2,10.
Wat is het winstopslag% van de verkoopprijs?

Slide 17 - Open vraag