Grammar recap 5

Grammar recap
The Curious Incident of the Dog in the Night-time
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1,2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Grammar recap
The Curious Incident of the Dog in the Night-time

Slide 1 - Tekstslide

Planning
1. Possessive ('s)
2. Past simple
3. Present perfect
4. Words

Slide 2 - Tekstslide

Possessive ('s)
Als je aan wilt geven dat iets van iemand is in
het Engels, gebruik je 's.

This cake belongs to Molly.
This is Molly's cake.

Slide 3 - Tekstslide

Possessive ('s)
Staat het woord al in meervoud of eindigt het op -s?  
Dan gebruik je alleen '!

These toys belong to the cats.
The cats' toys.

Slide 4 - Tekstslide

Rewrite:
This food belongs to Astrid.

Slide 5 - Open vraag

Rewrite:
This game belongs to the boys.

Slide 6 - Open vraag

Rewrite:
This stick belongs to the dog.

Slide 7 - Open vraag

Rewrite:
This shirt belongs to Joshua.

Slide 8 - Open vraag

Rewrite:
This lipstick belongs to Alexis.

Slide 9 - Open vraag

Past simple
Als iets in het verleden is gebeurd, gebruik je de 
past simple.

Voor REGELMATIGE werkwoorden, plak je +ed achter de stam.
Wish -> Wished
Smile -> Smiled
Cry -> Cried

Slide 10 - Tekstslide

Put this verb in the past simple:
Love

Slide 11 - Open vraag

Put this verb in the past simple:
Fry

Slide 12 - Open vraag

Put this verb in the past simple:
Dance

Slide 13 - Open vraag

Put this verb in the past simple:
Paint

Slide 14 - Open vraag

Past simple
Als iets in het verleden is gebeurd, gebruik je de 
past simple.
Voor  ONREGELMATIGE werkwoorden, moet je het rijtje leren.

Voorbeeld:
Be - Was/were
Give - Gave

Slide 15 - Tekstslide

Put this verb in the past simple:
Keep

Slide 16 - Open vraag

Put this verb in the past simple:
Make

Slide 17 - Open vraag

Put this verb in the past simple:
Fight

Slide 18 - Open vraag

Put this verb in the past simple:
Feel

Slide 19 - Open vraag

Put this verb in the past simple:
Tell

Slide 20 - Open vraag

Present perfect
Als je iets wilt vertellen wat al is gebeurd maar nog
steeds invloed heeft, gebruik je de present perfect.

Je gebruikt hiervoor have/has + werkwoord uit het derde rijtje.

I have broken my leg.

Slide 21 - Tekstslide

Rewrite with the present perfect.
Break

Slide 22 - Open vraag

Rewrite with the present perfect:
See

Slide 23 - Open vraag

Rewrite with the present perfect:
Dye

Slide 24 - Open vraag

Rewrite with the present perfect:
Know

Slide 25 - Open vraag