1F ch3 semaine 15

• Frans
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Préparation

Log in op lessonup.app                                 

Sur la table

-chromebook

-cahier d'activités 

-stylo

-weekplanner

chapitre 3

le collège bouge

au travail

• Samen opdr 25 en 26
• Zelfstandig blok (E en) F
• Samen oefenen met zinnen G

aftekenen =

week 13: E en F!!!!! 

• woensdag 6 april
  SO voca E en F 

De middelbare school in FR

http

Onderbouw

= College

Duurt 4 jaar

Bovenbouw

= Lycée

Duurt 3 jaar

Leeftijd

Verschillen- Différences

1. In Frankrijk gaan leerlingen een jaar eerder naar de middelbare school, ze zijn dan 11jaar. Jullie zitten dan nog in groep 8.

2. Wij tellen op per klas: 1ste, 2de, 3e.. . In FR tellen ze af:  6ième,5ième,4ième...

3. De onderbouw en de bovenbouw zijn meestal twee verschillende scholen. Collège et Lycée.

4. In de onderbouw zit iedereen nog bij elkaar, er is dan nog geen verschil in niveau zoals wij havo, vwo en gymnasium op school hebben.

5. School dagen zijn langer, van 8uur/8u30 tot 4 of 5 uur

Woensdag zijn leerlingen meestal vrij.

6. Tussen de middag eet je warm in de cantine.

klas 1TL  Chapitre 3

Le pronom possessif

Het bezittelijk voornaamwoord

C'est mon stylo.                            = Het is mijn pen 

Mon prof est sympa                    = Mijn leraar is aardig

Voilà ma copine.                         = Hier is mijn vriendin.

Je suis dans ma classe .           = Ik ben in mijn klas.

Je mange avec mes parents.  = Ik eet met mijn ouders. 

Je finis mes devoirs.                   = Ik maak mijn huiswerk af. 

Regarde le film

blok H opdraht 30 b

De vorm van het bezittelijk naamwoord hangt af van het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort

Le frère           C'est mon frère.

La soeur         Voilà ma soeur.

Les parents          J'adore mes parents.

De vorm van het bezittelijk voornaamwoord

leer dit schema uit je hoofd

Voorbeelden: Traduis

1. Marc est mon frère.

2. Ce sont tes parents.

3. C'est sa maison. 

4. C'est notre voiture.

5. Ce sont vos livres.

6. Ils font leurs devoirs.

                              c'est = het is ........ ce sont = het zijn

Voorbeelden: Traduis

1. Marc is mijn broer.

2. Het zijn jouw ouders.

3. Het is zijn/haar huis

4. Het is onze auto.

5. Het zijn uw/jullie boeken

6. Zij maken hun huiswerk

Hoeveel zinnen had je goed vertaald?

06

Blok H

M: opdr 30

heel blok H = huiswerk voor maandag 11 april

les matières 

• le français
• le néerlandais
• l'anglais
• la biologie
• l'histoire
• les maths
• la gym
• le dessin

BLOK G: OPDR 28

p. 123

spreekopdracht in duo's

madame 

monsieur

Let op!

Als het zelfstandig naamwoord vrouwelijk enkelvoud is en met een klinker of stomme h begint: altijd mon, ton of son!

Amélie est mon amie.  = Amélie is mijn vriendin.

C'est son équerre.         = Dat is zijn geodriehoek.

Vul het juiste bez. vnw. in:
Je suis dans ... (mijn) chambre. (v)

1. mon
2. ma
3. ta
4. sa

Vul het juiste bez. vnw. in:
Pierre et Marie sont ... (onze) parents.

1. ses
2. tes
3. nos
4. vos

Vul het juiste bez. vnw. in:
George est ... (haar) cousin.

1. son
2. sa
3. ta
4. ton

Vul het juiste bez. vnw. in:
7, Rue de Gare est ... (zijn) adresse (v).

1. ta
2. ton
3. sa
4. son

ik ken het schema van de bezittelijke voornaamwoorden

😒🙁😐🙂😃

Ik kan de bezittelijke voornaamwoorden op de goede manier gebruiken

😒🙁😐🙂😃