1.2 Onderzoeken

Les 1.2 Onderzoeken
Pak voor je:
- laptop
- boek
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Les 1.2 Onderzoeken
Pak voor je:
- laptop
- boek

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
- even voorstellen
1.1 herhalen
- uitleg 1.2
- aan de slag met 1.1 en 1.2

Slide 2 - Tekstslide

Ga naar:
https://lessonup.app/login
Vul de klassencode in: yddvp

Slide 3 - Tekstslide

nask gaat over de...
A
levende natuur
B
niet levende natuur

Slide 4 - Quizvraag


Je doet het licht aan als het donker wordt. Licht hoort bij...


A
natuurkunde
B
scheikunde
C
biologie

Slide 5 - Quizvraag

Als een stof verandert in andere stoffen, dan hoort dat bij...
A
natuurkunde
B
scheikunde
C
biologie

Slide 6 - Quizvraag

Geluid hoort bij...
A
natuurkunde
B
scheikunde
C
biologie

Slide 7 - Quizvraag

Een bloeiende bloem hoort bij...
A
natuurkunde
B
scheikunde
C
biologie

Slide 8 - Quizvraag

Leerdoelen 1.2
  1. Je kunt benoemen wat je met je zintuigen kunt waarnemen.
  2. Je kunt beschrijven hoe je voorzichtig aan onbekende stoffen moet ruiken.
  3. Je kunt uitleggen waarom je bij natuurkunde en scheikunde nooit mag proeven van een stof.
  4. Je kunt beschrijven wat de onderzoeksvraag en de conclusie van een onderzoek zijn.

Slide 9 - Tekstslide

Waarnemen
Als je een experiment uitvoert, moet je nauwkeurig waarnemen wat er gebeurt. 
Waarnemen doe je met je zintuigen.
Let op. Sommige dampen zijn giftig!

Slide 10 - Tekstslide

Waarnemen
Met je zintuigen waarnemen kan, maar is niet erg nauwkeurig. Daarvoor gebruiken we meetinstrumenten

Slide 11 - Tekstslide

Grootheid, eenheid en meetwaarde
  • ''Ik weeg 60''
  • ''Ik weeg 60 kilogram''

  • Eenheid: hoeveelheid of maat waarin je iets uitdrukt. Staat achter het getal. 
  • Meetwaarde: het getal 60 is de meetwaarde.


Slide 12 - Tekstslide

Eenheid
Tijd kun je verschillende eenheden gebruiken
  • minuten
  • uren
  • dagen
  • weken
Lengte kun je ook verschillende eenheden gebruiken
  • centimeter
  • meter 
  • kilometer

Slide 13 - Tekstslide

Grootheid
Grootheid: een eigenschap die je kunt meten. 
Iedere grootheid heeft zijn eigen eenheden. 

  • Tijd (grootheid) --> uren, minuten, dagen, weken (eenheden)
  • Lengte (grootheid) --> centimeter, meter, kilometer (eenheden)
  • Temperatuur (grootheid) --> graden celcius (eenheid)

Slide 14 - Tekstslide

Welke waarnemingen mag je altijd doen bij een onderzoek?
A
horen en proeven
B
horen en zien
C
proeven en voelen
D
Ruiken en zien

Slide 15 - Quizvraag

Lengte
Massa
Tijd
Volume
Kilogram
Liter
Meter
Seconde

Slide 16 - Sleepvraag

Horen
Proeven
Ruiken
Voelen
Zien
Huid
Neus
Oren
Tong
Ogen

Slide 17 - Sleepvraag

Wat is de grootheid in de onderstaande zin?
''In de koelkast is de temperatuur meestal 4 graden Celsius''.
A
temperatuur
B
4
C
graden
D
graden Celsius

Slide 18 - Quizvraag

Wat is de eenheid in de onderstaande zin?
''De breedte van het tennisveld is 8,23 meter''.
A
breedte
B
8,23
C
meter
D
tennisveld

Slide 19 - Quizvraag

Wat is de eenheid in de onderstaande zin?
''De massa van de bloemkool is 600 gram''.
A
massa
B
Bloemkool
C
600
D
gram

Slide 20 - Quizvraag

Aan de slag
Maak de vragen bij 1.1 en 1.2

Slide 21 - Tekstslide

Huiswerk
Donderdag 12 september
Maken 1.1 

3x huiswerk niet in orde? --> 1 uur inkomen

Slide 22 - Tekstslide