1.3 Verbranding in organismen

1.3 Verbranding in organismen
  •  Je moet de verbranding in je lichaam kunnen beschrijven.
  • Je moet het verschil in verbranding bij koudbloedige en bij warmbloedige dieren kunnen beschrijven.
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

1.3 Verbranding in organismen
  •  Je moet de verbranding in je lichaam kunnen beschrijven.
  • Je moet het verschil in verbranding bij koudbloedige en bij warmbloedige dieren kunnen beschrijven.

Slide 1 - Tekstslide

Wat is de juiste verbrandingsreactie?
A
water + CO2 --> brandstof + zuurstof
B
water + zuurstof --> brandstof + CO2
C
brandstof + zuurstof --> water + CO2
D
brandstof + CO2 --> water + zuurstof

Slide 2 - Quizvraag

Welke uitspraak is waar?
A
Mensen ademen vooral zuurstof uit.
B
De verbrandingsreactie kost energie.
C
Verbranding vindt alleen plaats in spieren.
D
Alle organismen doen aan verbranding.

Slide 3 - Quizvraag

Verbrandingsreactie
brandstof + zuurstof --> water + koolstofdioxide (+ energie)

In organismen:
glucose + zuurstof --> water + koolstofdioxide (+ energie)

Slide 4 - Tekstslide

Energiebehoefte
- Lichaamstemperatuur
- Inspanning

Slide 5 - Tekstslide

Leg uit dat er meer verbranding plaats vindt als je aan het sporten bent.

Slide 6 - Open vraag

Warmbloedige dieren
- Lichaamstemperatuur is constant

- Zoogdieren
- Vogels

Slide 7 - Tekstslide

Koudbloedige dieren
- Lichaamstemperatuur afhankelijk van het milieu

- Reptielen
- Amfibieën
- Vissen
- Ongewervelden

Slide 8 - Tekstslide

In welke bak vindt de minste verbranding plaats?
Leg je antwoord uit.

Slide 9 - Open vraag

In welke bak vindt de meeste verbranding plaats?
Leg je antwoord uit.

Slide 10 - Open vraag

Overwinteren
- Winterslaap: de hele winter niet meer "wakker" worden.
- Winterrust: af en toe in de winter "wakker" worden om te eten.

Slide 11 - Tekstslide

Hoe overleef ik de hitte/kou?

Slide 12 - Tekstslide

Trekvogels komen in de lente weer terug vanaf hun overwinter adres. Waar komen zij dan vandaan?
A
Landen in het Noorden
B
Landen in het Zuiden
C
Landen in het Westen
D
Ze zijn in Nederland gebleven

Slide 13 - Quizvraag

Lichaamsoppervlak

Slide 14 - Tekstslide

Hoe is dit dier aangepast aan de warmte? noem 1 ding

Slide 15 - Open vraag

Verklaar waardoor een kleine kanoet makkelijker zijn warmte kwijtraakt dan een grote kanoet.

Slide 16 - Open vraag

Aan de slag!
- Opdrachten: 9, 11, 12 en 13.
- Maak een mindmap van de basisstoffen 1, 2 en 3.

- Volgende week ergens: onverwachts S.O. 

Slide 17 - Tekstslide