BS 6: geboorte en verdere ontwikkeling

In welke periode was deze vrouw vruchtbaar?
A
Rond dag 1
B
Rond dag 14
C
Rond dag 28
1 / 11
volgende
Slide 1: Quizvraag
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

In welke periode was deze vrouw vruchtbaar?
A
Rond dag 1
B
Rond dag 14
C
Rond dag 28

Slide 1 - Quizvraag

En in welke periode vindt de menstruatie plaats?
A
P
B
Q
C
R

Slide 2 - Quizvraag

Twee-eiige tweeling; uit hoeveel zaadcellen en hoeveel eicellen zijn zij samen ontstaan?
A
1 zaadcel, 1 eicel
B
1 zaadcel, 2 eicellen
C
2 zaadcellen, 1 eicel
D
2 zaadcellen, 2 eicellen

Slide 3 - Quizvraag

Weeën zijn samentrekkingen van de spieren in de baarmoederwand
A
Waar
B
Nietwaar

Slide 4 - Quizvraag

Ontsluiting
Uitdrijving
Nageboorte
Weën zorgen ervoor dat Baarmoederhals wijder wordt
Kind wordt naar buiten gebracht met pers weeën
Placenta en vruchtvliezen verlaten het lichaam

Slide 5 - Sleepvraag

Waarom zit een embryo met de navelstreng vast aan de placenta?
A
Deze beschermt het embryo tegen stoten, uitdrogen en wisseling van temperatuur .
B
om het bloed uit te wisselen met de moeder.
C
Hierdoor stromen voedingstoffen naar het toe. Afvalstoffen gaan van embryo naar placenta.
D
Om gehecht te raken aan de moeder.

Slide 6 - Quizvraag

Wat is een stuitligging?
A
het kindje komt eerst met het kontje naar buiten.
B
het kindje komt eerst met het hoofdje naar buiten

Slide 7 - Quizvraag

Zet in de juiste volgorde:
1. uitdrijving
2. ontsluiting
3. nageboorte
4. innesteling
A
1 - 2 - 4 - 3
B
4 - 1 - 2 - 3
C
4 - 2 - 1 - 3
D
2 - 1 - 4 - 3

Slide 8 - Quizvraag

1. Placenta: Deel van de baarmoederwand waar bloed in bloedvaten van het embryo vlak langs het bloed van de moeder stroomt.

2. Functie van de placenta:
Het embryo neemt hieruit voeding en zuurstof op
A
1 waar 2 nietwaar
B
1 nietwaar 2 waar
C
beide waar
D
beide nietwaar

Slide 9 - Quizvraag

Vruchtvliezen beschermen het embryo tegen uitdroging, stoten en snelle wisselingen in temperatuur
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Tijdens welke fase verlaat de placenta het moederlichaam?
A
weeën
B
nageboorte
C
ontsluiting
D
uitdrijving

Slide 11 - Quizvraag