W15 FR 2H H4 les 3

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Attention
Ik zal meer Frans spreken in de powerpoints, nu jullie geen les hebben is het belangrijk dat er op zijn minst Frans gelezen wordt.

Slide 2 - Tekstslide

Pendant ce cours:
corriger les devoirs
faire des exercices
aanwijzingen elo leermiddelen
test jezelf grammaire
Aan het einde van deze les heb je de getallen, werkwoorden, vraagzinnen en het persoonlijk voornaamwoord herhaald.

Slide 3 - Tekstslide

Leerjaar: 2h Frans,
Planning lundi 6 - vendredi 10 avril:
Maak de opdrachten in je werkboek of online.
Volgende week krijg je de antwoorden van deze les.

Faire chapitre 4: > exercice 11 et 12 vocabulaire, 
                                                        > ex. 13 les verbes
                    > ex. 14 a et b vraagzinnen en het persoonlijk voornaamwoord
                                                                       > ex. 15 b, c et e schrijven.

Slide 4 - Tekstslide

Les indices: aanwijzingen
Gebruik je boek of werk op de ELO (mag hoeft niet):
ga via magister naar leerlijnen -> grandeslignes -> chapitre 4

--------------------------------------------------------------------Kijk even voor jezelf of je het liever online doet of in je werkboek.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Wie kan er al tellen in het Frans?

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Schrijf voluit
4
A
quatre
B
quatorze
C
quarantre
D
quarte

Slide 14 - Quizvraag

Schrijf voluit
50 min 12=
A
trente-trois
B
trente-huit
C
cinquante
D
douze

Slide 15 - Quizvraag

Vertaal:
cinquante-deux
A
5
B
2
C
25
D
52

Slide 16 - Quizvraag

Vertaal:
10,20,30
A
dix,trente,vingt
B
dix,vingt,trois
C
dix,vingt,trente
D
dix,trente,vingt

Slide 17 - Quizvraag

Vul in:
elle ____ ses devoirs. (finir)
A
finis
B
finit

Slide 18 - Quizvraag

Tu ___ la télé?
A
regarde
B
regardet
C
regardes

Slide 19 - Quizvraag

Mes amis ____ (vouloir)
A
veuxent
B
veulent
C
D
ma hôtel

Slide 20 - Quizvraag

A et C sont corrects:)
Mais pourquoi??
- ta amie, ma hôtel bestaan niet
>>>>>> Er is een klinkerbotsing dus kies je voor het mannelijke bezittelijke voornaamwoord.

Slide 21 - Tekstslide