W03 - §3.4 Wat als er geen werk is?

1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Toets H3 - 20 januari 2025
Wat? Toets H3 §3.1 t/m §3.4
Wanneer? 20 januari 2025
Weging? 2x
Duur? 45 minuten
Hoe leer je? Huiswerk maken/nakijken, Reken-, Herhaling- en Plusopdrachten maken en goed meedoen tijdens de les!

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag...
  • Terugblik vorige week (+/- 15 minuten)
  • Samenvattende vragen (+/- 10 minuten)
  • Leerdoelen §3.4 (+/- 5 minuten)
  • Uitleg §3.4 (+/- 15 minuten)
  • Zelfstandig werken (+/- 20 minuten)
  • LessonUp-quiz (+/- 10 minuten)
  • Afsluiten (+/- 5 minuten)

Slide 3 - Tekstslide

Terugblik vorige week
Vul de juiste begrippen in (zonder boek!):
In de wet staat dat je vanaf 21 jaar per uur minstens het ....... moet verdienen. Om werknemers te beschermen staat in de ........ regels voor veilige en gezonde arbeidsomstandigheden. Regels voor werk- en rusttijden staan in de ........... Door .............. verandert het werk: machines of robots nemen het werk van mensen over. Voor veel banen heb je ........ nodig. Je volgt dan een opleiding om dat werk te kunnen doen.

Slide 4 - Tekstslide

Terugblik vorige week
Vul de juiste begrippen in (zonder boek!):
In de wet staat dat je vanaf 21 jaar per uur minstens het Minimumloon moet verdienen. Om werknemers te beschermen staat in de Arbowet regels voor veilige en gezonde arbeidsomstandigheden. Regels voor werk- en rusttijden staan in de Arbeidstijdenwet Door Technologische ontwikkelingen verandert het werk: machines of robots nemen het werk van mensen over. Voor veel banen heb je Scholing nodig. Je volgt dan een opleiding om dat werk te kunnen doen.

Slide 5 - Tekstslide

Bespreken opdracht 3 (blz. 89)
  • a. Joyce is 24 jaar en werkt 36 uur bij een autobedrijf. Ze verdient 10% meer dan het minimumloon. Bereken hoeveel Joyce per week verdient.
  • 13,27 x 36 = € 477,72, € 477,72 / 100 x 110 = € 525,49
  • b. Hoeveel is dat per maand?
  • 525,49 x 52 / 12 = € 2.277,12

Slide 6 - Tekstslide

Bespreken opdracht 3 (blz. 89)
  • c. Indira is 16 jaar en werkt 12 uur per week. Bereken het minimumloon per week en per maand voor Indira.
  • Per week: € 4,58 × 12 = € 54,96
  • Per maand: € 54,96 × 52 ÷ 12 = € 238,16

Slide 7 - Tekstslide

Bespreken opdracht 3 (blz. 89)
  • d. Jay is 15 jaar en werkt zes uur per week. Bereken hoeveel het minimumloon per week en per maand is voor Jay.
  • Per week: € 3,98 × 6 = € 23,88
  • Per maand:  23,88 × 52 ÷ 12 = € 103,48

Slide 8 - Tekstslide

Samenvattende vragen 3.4
timer
10:00

Slide 9 - Tekstslide

Leerdoelen, aan het einde van de les kun je...
  1. 2 manieren noemen van ontslag en uitleggen wat een opzegtermijn is.
  2. Uitleggen wanneer je als werkloze meetelt.
  3. Gegevens uit een lijndiagram aflezen en een lijndiagram tekenen.
  4. Uitleggen wat het UWV voor je kan betekenen na ontslag.

Slide 10 - Tekstslide

§3.4 Wat als er geen werk is?

Slide 11 - Tekstslide

Log in op Pincode online
  1. Ga naar It's Learning.
  2. Ga naar de pagina 'Ec 2nxt' > 'Periode 2 sj. 24-25'.
  3. Klik op 'Digitale methode' en klik op de link.
  4. Vul de volgende code in: 
  • 2NeXT1: 715660
  • 2NeXT2: 522940
  • Vanaf nu werken we de rest van H3 via deze methode!

Slide 12 - Tekstslide

timer
5:00

Slide 13 - Tekstslide

timer
2:00

Slide 14 - Tekstslide

Je baan stopt
Als er een eind komt aan je arbeidsovereenkomst noem je dat ontslag. Dat kan op twee manieren:
  1. Je wordt ontslagen, bijvoorbeeld als je werkgever geen werk meer voor je heeft.
  2. Je neemt zelf ontslag, bijvoorbeeld omdat je een andere baan of (tijdelijk) stopt met werken.
Het werk stopt niet meteen. Je hebt namelijk altijd te maken met een opzegtermijn: tijd voordat je stopt met werken bij een bedrijf.

Slide 15 - Tekstslide

Zonder werk
Je bent officieel werkloos als je aan de volgende voorwaarden voldoet:
  1. Je hebt geen baan.
  2. Je bent tussen de 15 jaar en de pensioenleeftijd.
  3. Je bent actief op zoek naar werk.
  4. Je kunt meteen beginnen als er een baan voor je is.
Als er te weinig betaalde banen zijn voor iedereen die 
wil werken, ontstaat werkloosheid.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Lijndiagram

Slide 20 - Tekstslide

Werkloos, en dan?
Als je werkloos raakt wordt, verandert er veel voor je. Bijvoorbeeld:
  • Je hebt minder geld te besteden.
  • Je hebt minder regelmaat in je leven.
  • Je mist contacten met je collega's.
  • Je voelt je vaak nutteloos.

Slide 21 - Tekstslide

Werkloos, en dan?
Als je werkloos raakt, kun je je inschrijven bij het UWV. Deze overheidsinstelling heeft twee belangrijke taken:
  1. Het UWV bepaalt of je recht hebt op een WW-uitkering. WW betekent werkloosheidswet.
  2. Het UWV helpt je bij het vinden van een baan.

Slide 22 - Tekstslide

Zelfstandig werken!
Wat? Opdrachten §3.4 via Pincode Online
  • Groep 1 & 2: Opdrachten 3.4 + Herhalingsopdrachten (route A)
  • Groep 3: Opdrachten 3.4 + Plusopdrachten (route C)
Hoe? Zelfstandig & in stilte
Hulp? Vraag het aan de docent!
Tijd? Tot 5 minuten vóór einde van de les.
Klaar? Nakijken!
Niet af? Huiswerk voor de volgende les!

Slide 23 - Tekstslide

Pak je laptop erbij!

Slide 24 - Tekstslide

Je wilt graag werken, maar er is geen werk
Het beëindigen van je arbeidsovereenkomst
Tijd tussen het moment waarop je ontslag neemt of krijgt en de einddatum van je baan 
Instelling die de uitkeringen uitgeeft en mensen helpt solliciteren
Werkloos
Ontslag
Opzegtermijn
UWV

Slide 25 - Sleepvraag

CAO
Flexibele baan
wettelijk minimum
Arbowet
arbeidsvoorwaarden voor een bedrijfstak
veilige en gezonde omstandigheden
minstens verdienen
alleen werken wanneer je nodig bent

Slide 26 - Sleepvraag

scholing
arbeidsverdeling
fulltime
deeltijd
cirkel
vacature
arbeidsmarkt
solliciteren

Slide 27 - Sleepvraag

Hoe verschilt het minimumloon van het jeugdloon?
A
Jeugdloon is lager
B
Ze zijn altijd gelijk
C
Minimumloon is hoger voor jongeren
D
Jeugdloon is leeftijdsafhankelijk

Slide 28 - Quizvraag

Bereken het brutoloon:
Loonheffing: €800, pensioenpremie: €150. nettoloon €2.050
A
€3.950
B
€2.200
C
€3.000
D
€1.950

Slide 29 - Quizvraag

Toets H3 - 20 januari 2025
Wat? Toets H3 §3.1 t/m §3.4
Wanneer? 20 januari 2025
Weging? 2x
Duur? 45 minuten
Hoe leer je? Huiswerk maken/nakijken, Reken-, Herhaling- en Plusopdrachten maken en goed meedoen tijdens de les!

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide