H12.1 Stroom en spanning 4k NOVA

H12.1 Stroom en spanning 4k NOVA
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

H12.1 Stroom en spanning 4k NOVA

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Diodes

Een diode laat maar 1 richting op de stroom door! 

Ken je een voorbeeld van een diode?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een LED?
LED = Light Emitting Diode (Lichtgevende diode)
        => één richtingsverkeer




     Zonder pijltjes:  geen licht  =  diode

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Diode en LED
  • Een diode is een schakelonderdeel.
  • Deze laat de stroom maar in 1 richting door.
  • Doorlaatrichting → weerstand klein.
  • Sperrichting → weerstand groot. *
  • LED is een diode die licht geeft.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De symbolen in schakelschema's
(klik op de tekstballonnetjes voor uitleg)
Het snoer verbindt de onderdelen van de schakeling met elkaar.
Vaak wordt er een batterij als spanningsbron gebruikt in schakelingen op school.
Gelijkspanning is een constant voltage uit een spanningsbron, vaak een batterij of accu. Treinen in Nederland rijden ook op gelijkspanning.
Bij wisselstroom verandert de stroomrichting van de elektriciteit op een vaste tijd (frequentie). Wisselstroom komt bijvoorbeeld uit je stopcontacten thuis, daarom maakt het niets uit hoe om je de stekker in het stopcontact steekt.
Deze gloeilampjes worden vaak ingezet bij het doen van practicum.
Een schakelaar onderbreekt of verbindt de stroomkring met elkaar. Op deze manier stopt de elektriciteit of maakt hij het kringetje rond zodat de elektriciteit kan gaan lopen.
De spanningsmeter meet het verschil in volt op twee punten in de stroomkring. Een lampje gebruikt bijvoorbeeld wat spanning om te kunnen branden, dit verschil meet je dan.
Een stopcontact is een punt (vaak vanuit de muur) waar een apparaat op aangesloten kan worden.
Een Ampèremeter meet de stroomsterkte op een bepaald punt. Bij een serieschakeling kun je de stroommeter overal inzetten, bij een parallelschakeling of gemengde schakeling niet.
Een bel wordt vaak gebruikt in het practicum om een geluidssignaal te geven.
Een elektromotor die draait op stroom. Kan gebruikt worden tijdens het practicum om iets te laten draaien.
Een LED is vele malen energiezuiniger dan het traditionele gloeilampje. Deze gebruiken we niet veel tijdens practica, omdat ze vastgesoldeerd moeten worden.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De stroomrichting
  • Een accu van een auto heeft 6 cellen die elk 2V leveren.  Totaal 12V.
  • Een accu heeft een vaste + en een - → gelijkspanning.
  • Stroom loopt van + → -
  • + pool → hier komt de stroom vandaan.
  • - pool → daar loopt de stroom naartoe. *
  • Opletten hoe je bepaalde onderdelen aansluit.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom Led lamp en waarvoor wordt het gebruikt?
- Led lamp wordt bijvoorbeeld gebruikt voor autolampen

- Het is beter voor het milieu en duurzamer

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Elektrisch vermogen berekenen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Capaciteit
  • Capaciteit = Hoeveelheid elektrische energie er opgeslagen is. 
  • Uitgedrukt in mAh 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Elektrisch vermogen
Elektrisch vermogen is de hoeveelheid energie die per seconde wordt geleverd of opgenomen. Het wordt uitgedrukt in watt (W).

Slide 10 - Tekstslide

Leg uit wat elektrisch vermogen is en hoe het wordt uitgedrukt. Geef eventueel voorbeelden van apparaten met verschillende vermogens.
Elektrisch vermogen
Het vermogen is de hoeveelheid elektrische energie een apparaat per seconde verbruikt.
P = U * I
Vermogen (P) in watt (W)

Elektrisch vermogen is een combinatie van spanning en stroomsterkte.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Capaciteit
Capaciteit = stroomsterkte * tijd
De totale hoeveelheid energie die een accu kan leveren

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig werken
Maak opdracht 1 t/m 14 van paragraaf 1 hst 12

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies