Hoe zie jij jezelf over 5 jaar? Waar woon je en met wie, ben je afgestudeerd, heb je een baan en wat voor één, waar hou jij je mee bezig, zowel op professioneel niveau als in je vrije tijd enz.
Denk aan je taalgebruik, grammatica en spelling.
Slide 5 - Tekstslide
Links of rechts
Ben je het met de volgende stelling eens of oneens en waarom?
Eens? Ga links staan in het lokaal.
Oneens? Ga rechts staan
Slide 6 - Tekstslide
Alle conducteurs in Nederland moeten worden uitgerust met een waterpistool.
Slide 7 - Tekstslide
Alle kinderen moeten een huisdier krijgen.
Slide 8 - Tekstslide
Alle lantaarnpalen moeten 's nachts uit.
Slide 9 - Tekstslide
Alle scholen in Nederland moeten worden beveiligd met detectiepoortjes.
Slide 10 - Tekstslide
Als een kabinet aftreedt, mogen de leden zich niet weer verkiesbaar stellen.
Slide 11 - Tekstslide
De Kerstman moet Sinterklaas vervangen.
Slide 12 - Tekstslide
Docenten moeten elk jaar samen met hun leerlingen eindexamen afleggen.