4.4 Planten en dieren

4.4 Planten en dieren
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

4.4 Planten en dieren

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kan planten indelen door te kijken naar de bouw en de manier van voortplanten
  • Je kan dieren indelen door te kijken naar de symmetrie en het skelet 

Slide 2 - Tekstslide

Wat is kenmerkend voor alleen de plantencel?
A
Aanwezigheid van een celkern
B
Aanwezigheid van een bladgroenkorrels
C
Aanwezigheid van een celwand
D
Aanwezigheid van een celmembraan

Slide 3 - Quizvraag

Planten ordenen
Eencellig of meercellig
Meercellige planten bestaan uit weefsels 
en organen;
  • wortels
  • stengels
  • vaten
  • bladeren
  • bloemen

Slide 4 - Tekstslide

Planten ordenen op voortplanten
Zaadplanten                                                              Sporenplanten

Slide 5 - Tekstslide

Vaatplanten en mossen
Meercellige planten met vaten zijn vaatplanten

Mossen hebben geen vaten en horen daardoor niet bij de vaatplanten

Slide 6 - Tekstslide

Wieren (algen)
  • Kunnen een- op meercellig zijn
  • Geen wortels, stengels en bladeren
  • Eencellige wieren planten zich voort door deling
  • Meercellige planten zich voort d.m.v. sporen

Slide 7 - Tekstslide

Indeling van planten

Slide 8 - Tekstslide

Waar kijken we naar bij het ordenen van dieren?
A
Hoe ze zich voortplanten
B
Waar ze leven
C
Of ze een skelet hebben
D
Op wat voor soort poten ze hebben

Slide 9 - Quizvraag

Dieren ordenen
Symmetrie                                                            Skelet
Tweezijdig (vaakst)                                           Uitwendig
Veelzijdig                                                               Inwendig
Niet-symmetrisch

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Indeling dierenrijk
  1. Sponsdieren (sponzen)
  2. Neteldieren (holtedieren)
  3.  Wormen
  4. Weekdieren
  5. Geleedpotigen
  6. Stekelhuidigen
  7. Gewervelden

Slide 15 - Tekstslide

Mossen hebben bladeren
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Varens hebben bloemen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Wieren hebben wortels
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Zaadplanten hebben vaten
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quizvraag

Welke groep planten behoort NIET tot de vaatplanten?
A
paardenstaarten
B
varens
C
wieren
D
zaadplanten

Slide 20 - Quizvraag

Is een sterremos een sporenplant of een zaadplant?
A
sporenplant
B
zaadplant

Slide 21 - Quizvraag

Op wat voor manier is een
zwaluw symmetrisch?
A
niet-symmetrisch
B
tweezijdig symmetrisch
C
veelzijdig symmetrisch

Slide 22 - Quizvraag

Aan het werk
Maak de volgende opdrachten:
5 t/m 8

Slide 23 - Tekstslide

Een zeester is ....
A
niet-symmetrisch
B
tweezijdig symmetrisch
C
veelzijdig symmetrisch

Slide 24 - Quizvraag

Een lieveheersbeestje is ....
A
niet-symmetrisch
B
tweezijdig symmetrisch
C
veelzijdig symmetrisch

Slide 25 - Quizvraag

Een vlieg heeft ...
A
een inwendig skelet
B
een uitwendig skelet
C
geen skelet

Slide 26 - Quizvraag

Een zeeanemoon heeft ...
A
een inwendig skelet
B
een uitwendig skelet
C
geen skelet

Slide 27 - Quizvraag