wanneer je s' ochtends te laat komt op school, reflecteer je op wat er goed is gegaan en wat je de volgende keer anders kan doen.
Slide 11 - Tekstslide
Vervolgens zullen we gaan VOORBEREIDEN
Slide 12 - Tekstslide
Dus...
je gaat voorbereiden hoe jij wilt dat jouw dagen er uit komen te zien.
Slide 13 - Tekstslide
Tot slot ga je zelf aan de slag met het UITVOEREN van je plan.
Slide 14 - Tekstslide
Dus...
je gaat de dingen uitvoeren die je voor jezelf hebt ingepland.
Slide 15 - Tekstslide
Reflecteren
Voorbereiden
Uitvoeren
Deze week leer je...
Je weet wat er het meest belangrijk voor je is.
Je stelt vast wat jij wilt verbeteren.
Je bestudeert je weekdoel.
Je leert een weekschema invullen.
Je stelt vast welke mensen jou steunen bij de uitvoering en wie niet.
Slide 16 - Tekstslide
Reflecteren
Wat is belangrijk in jouw leven?
Maak oefening 1 op blz. 8
Slide 17 - Tekstslide
Reflecteren
Wat wil je verbeteren?
Besteed je genoeg tijd aan de dingen die je belangrijk vind? Wat hoop je dat deze cursus jou gaat brengen? Als je het nog niet helemaal weet wat je wilt verbeteren kan de vragenlijst van blz. 9 je misschien helpen.
Slide 18 - Tekstslide
Wat wil je verbeteren?
Slide 19 - Open vraag
Voorbereiden
Weekdoel 1
Bekijk oefening 2 op blz. 10.
Weekdoel 1 is alvast voor je ingevuld.
Hier ga je elke week een KLEIN weekdoel voor jezelf stellen. Zoals bijv. een huiswerkopdracht die je moet uitvoeren voor school.
Slide 20 - Tekstslide
Voorbereiden
Weekschema invullen
Bekijk oefening 3 op blz. 11.
-
-
-
Vul dit weekschema in, en plan ook in wanneer je de huiswerkopdracht gaat uitvoeren (weekdoel 1).
Maak een foto van je weekplanning. Je kunt deze gebruiken als één van de bewijzen voor Keuzedeel!
Laat je weekplanning goedkeuren door de docent.
Slide 21 - Tekstslide
Uitvoeren
Wie zijn jouw aanmoedigers?
Huiswerk | Oefening 4
Schrijf thuis de namen op van twee mensen die jou vaak steunen bij hetbehalen van je persoonlijke doelen.
Slide 22 - Tekstslide
Zijn er nog vragen?
Feedback voor de docent?
Klaar!
Slide 23 - Tekstslide
Wat vonden jullie ervan? Noem iets dat je hebt geleerd van deze les.